Zaterdag 2 maart was het de honderdste geboortedag van Godfried Bomans, een van mijn favoriete schrijvers.
Wat in je jeugd wordt aangereikt, gaat een heel leven mee. Op de HBS werd er door de lerares geschiedenis voorgelezen uit de sprookjes van Bomans. Later maakte ik kennis met Erik en Pa Pinkelman. Met ‘Pim, Frits en Ida’, een serie leesboekjes voor kinderen van de basisschool, toen ik zelf voor de klas stond. Ook ik vond het heerlijk om voor te lezen uit zijn werk. En stiekem hoop ik dat die verhalen (bijvoorbeeld over ‘Het luie jongetje’, dat niet naar school wil en toch wijs wil worden, of ‘De waarheid omtrent Sinterklaas’) een indruk hebben achter gelaten. Dat het werk van deze grote schrijver blijft doorleven.
Hij had het vast fijn gevonden om oud te worden. Hij schreef graag over oude mannen en vrouwen. Hij deed dat met een subtiel gevoel voor humor. In ‘Het luie jongetje’ bijvoorbeeld gaat het over vier generaties tovenaars, cq heksen, allemaal nog in leven. Met hun eigen wijsheid en een zekere strengheid. De humor in de kinderverhalen is meer bedoeld voor volwassenen; je kunt ze niet (voor)lezen zonder glimlach.
In zijn werk staat geen woord teveel. Een van zijn beroemde uitspraken was dan ook: “Schrijven is schrappen”. Dat komt goed overeen met zijn opmerking, die ik zaterdag aantrof op de tuinscheurkalender:
Eenvoud is niet het kenmerk van de beginner. Het is de duur bevochten stempel van de meester.
Hij was een meester. En voor mij blijft hij dat.
Afgelopen week zag ik in ‘Het uur van de wolf’ een documentaire over Bomans, waaruit ook blijkt dat hij een gecompliceerde persoonlijkheid was. Hij koesterde zijn populariteit, maar trok zich het liefst terug in zijn eigen bestaan en eigen huis. Wat opvalt is dat hij nooit echt erkenning heeft als literator. Jeroen Brouwers zegt daar over dat eigenlijk alleen in ‘De man met de witte das’ hij de ernst heeft gekozen in zijn schrijverschap. Wat me ook opvalt is dat zijn vrouw en dochter nooit bereid zijn gebleken geïnterviewd te worden over hem. Misschien wel omdat zij ook de lastige kanten van zijn persoonlijkheid maar al te goed kennen.
Maar voor mij kan hij niet stuk. Hij hoort bij mij jeugdjaren als een vertrouwde oom die af en toe eens verhalen kwam vertellen. Een innemend mens met een fantastisch gevoel voor humor en een prachtig sprookjesverteller!