Je bent overrompeld door verdriet en je wilt zo graag een mooie, passende rouwadvertentie laten plaatsen in de krant. Toch lukt het niet altijd om datgene wat je wilt zeggen, duidelijk te verwoorden. Misschien wil je het te mooi maken. Daardoor gaat de tekst de mist in en staat er iets heel anders dan eigenlijk de bedoeling was……. Helaas.
Onderstaande fragmenten zijn de oogst van een jaartje rouwadvertenties lezen in Trouw:
Na een kort ziekbed heeft de Here thuisgehaald onze lieve en zorgzame …..
Op 94-jarige leeftijd heeft God nu ook Thuisgehaald onze ……
Na een mooi leven hebben wij afscheid moeten nemen van …..
De Heere heeft op zijn tijd thuisgehaald in de gezegende leeftijd van 94 jaar, onze …..
Na een vol en rijk leven hebben wij afscheid genomen van …..
Tot ons verdriet hebben wij, in de leeftijd van 86 jaar, afscheid moeten nemen van …….
Heden nam de Here tot Zich, in de gezegende leeftijd van 98 jaar, onze lieve ….
Na een periode van gestaag afnemende gezondheid heeft de Heere tot Zich genomen…….
Intens verdrietig, maar in grote dankbaarheid voor haar bijzondere persoonlijkheid, delen wij u mede dat God, na een noodlottige val, tot zich heeft genomen ………
Verdrietig, maar dankbaar voor al het goede dat zij ons gegeven heeft, hebben wij, na een kort ziekbed afscheid moeten nemen van ……..
Na een energiek leven, vol aandacht, zorg en begrip voor anderen, delen wij u mede dat, toch nog onverwacht van ons is heengegaan ……..
Bij ons stond deze week in de overlijdensberichten:
Zij was een onwaardeerlijke vrouw.
Ja, wat moet je je daar nou toch bij voorstellen? Onwaar deerlijk? Onwaar: d’eerlijke vrouw? En haar kun je niet meer vragen: wat was je voor iemand? Stond er een adres bij? Dan zou je het de ‘nabestaanden’ (au! zo’n ERG woord) nog kunnen vragen. Het zal altijd wel een mysterie blijven. Ook best leuk, trouwens.
@ Bordewijk heeft een prachtig bundeltje geschreven, “De laatste eer”. Ik heb het nu in de hand. Het begint met “Op een ouden bon-vivant” en het eindigt met “Op William Lansey” (Hij was breed, zijn nek kort en minachtig. Men weet niets van zijn graf, noch van zijn dood, behalve zijn sterfjaar: des Heren jaar achttien negen en zestig.”