Op het plein voor de Oude Kerk in Naarden ontmoetten wij elkaar. Broer J, schoonzusje M en ik. We zouden ons deze dag met Comenius gaan bezighouden; het museum en het mausoleum bezoeken op een voormalig stukje Tsjechisch grondgebied. En omdat er bij de kerk een enorm bronzen beeld van deze grote pedagoog en didacticus staat, begon onze queeste daar.
De kerkdeur stond wijd open. Dat is voor een Nederlandse kerk bijzonder. De dame achter de balie sprak ons streng toe: tijdens de expositie van The World Press Photo mochten we niet gratis de kerk bekijken. Een volgende keer dan maar; de plafondschilderingen trokken ons meer dan alle ellende op de foto’s. Net wilden we onverrichter zake terugkeren naar Komenský, toen we moesten uitwijken voor de heer die kennelijk ook achter de balie hoorde, maar met twee kopjes koffie op een blad tussen de bezoekers door laveerde om zonder knoeien de plichtsgetrouwe dame te bereiken.
Van onze vergeefse poging de kerk te bezichtigen had hij niets gemerkt, maar kennelijk voelde hij aan dat wij zijn interesse voor dit gebouw deelden. Zonder zich een ogenblik te bedenken zette hij de koffie neer en kwam naar ons toe. Enthousiast, gedreven zelfs, begon hij te vertellen over het prachtig beschilderde plafond. Uit mijn ooghoek zag ik de dame wel naar ons kijken. Ze wist kennelijk niet goed wat ze met de situatie aan moest; ze had ons net een bezichtiging verboden en nu hadden we toch min of meer onze zin. (Later bleek dat zij dit werk voor de eerste keer deed en zich van haar beste kant wilde laten zien.)
Maar we bleven gewoon als brave burgers bij de ingang staan. Van daaruit hadden we een mooi overzicht over de plafondschilderingen. De aardige man wees ons op de symbolische overeenkomst tussen de afbeeldingen. In de rechterrij zijn situaties uit het oude testament te zien, welke corresponderen met beelden uit het nieuwe testament in de linkerrij. Hij toonde ons wat voorbeelden: Izaäk sjouwt met de takkenbossen, waarop hij als een lam geofferd zal moeten worden, tegenover Jezus die zijn kruis draagt. De graflegging van Jezus tegenover Jona, die wordt opgeslokt door een vis. Tja, World Press avant la lèttre…..
Comenius, op zijn enorme sokkel, leek wel wat vriendelijker te kijken toen wij zo goed geïnformeerd de kerk uit kwamen; hij zou trots zijn geweest op deze spontane uiting van aanschouwelijk onderwijs.
Weer niet woest en onstuimig, maar zinnig bezig geweest.
ik was ook zo’n mevrouw, in de Grote kerk in Zwolle
Wat leuk! Wanneer en ter gelegenheid van wat? En ook zo consciëntieus?
Bijzonder mooi, die plafondschilderingen. Wat een kunstenaars had je toch vroeger hè. Ja, nu nog natuurlijk, maar in de modern gebouwde kerken zie ik niet zo snel zo’n mooie plafondschildering verschijnen. Het zou ook niet te betalen zijn waarschijnlijk. Ik vond Comenius toch een klein beetje verwilderd kijken om eerlijk te zijn, maar dat kan ook aan mij liggen….. 😉
Ik ga zeker nog een keer terug om die kerk in alle rust te bekijken. Tegenwoordig moet alles vlug-vlug, er is geen tijd meer om ergens zorgvuldig iets moois van te maken. Wat de verwilderde blik van Comenius betreft ben ik het roerend met je eens. In de tuin achter het museum staat een buste met een vriendelijker uitstraling. Toch moet je af en toe de werkelijkheid geweld aan doen voor je blog. In het halve jaartje dat ik nu bezig ben, heb ik dat wel geleerd 😉
En met spinrag aan zijn kin ziet hij er ook niet iets minder dreigend uit.
Mooi stuk. En omdat dit geen verhaal maar een verslag is vraag ik me af: gaat dit nog door, wordt het een verdere zoektocht naar Comenius (in Amsterdam is een straat naar hem vernoemd)? Dat zou heel wat leuke feiten kunnen opleveren.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was ik bevriend met de moeder van Heleen van Royen. Zij woonde in de Comeniusstraat in Amsterdam…..
Pingback: That’s in a name | Spiegelingen