Op een zonnige zondag, nu een week geleden, stappen vriendin H en ik uit de trein op station Leeuwarden. Als je een architectuurcursus volgt, zoals H, kun je hier je hart ophalen. Wat al direct opvalt, zijn de vele koepeltjes. Op het gebouw van Rijkswaterstaat een koepeltje van voorrangsborden, bijvoorbeeld. Wat zou hier de gedachte achter zijn? Veel gebouwen met spiegelende ruiten. De gespiegelde gebouwen zien eruit of Hundertwasser hier een kans heeft gekregen.
Gelukkig is er ook nog veel oud. En waar oud en nieuw elkaar ontmoeten, is er een goed huwelijk gesloten. Langs de kade ligt een schip met de prachtige, rustgevende naam: Bestemming. Wat mooi is dat. Zelfs varend ben je altijd waar je wezen moet. Verlangen vervuld. Dat dat niet voor iedereen geldt, zal aan het eind van de dag blijken.
Het doel van vandaag is een bezoek te brengen aan het nieuwe Fries Museum. Een prachtig ontwerp van Hubert-Jan Henket, die daarvoor aangewezen werd door Abe Bonnema. Deze Friese architect liet bij zijn dood in 2001 een bedrag van 18 miljoen euro na voor de bouw van het museum aan het Zaailand. Henket werkte in de geest van zijn opdrachtgever: de gebruiker staat centraal, ofwel: houd de menselijke maat in het oog. Dat die opzet gelukt is, zal iedere bezoeker kunnen beamen.
Vanuit het museum heb je een weids uitzicht over het plein met aan de overkant het in neo-classicistische stijl gebouwde Paleis van Justitie. Groter kan het verschil haast niet zijn tussen twee gebouwen. Hoe hoger je komt, des te meer je ziet van de stad. Wat een panorama. Wat een ruimte. Je waant je in het buitenland.
Ook in het museum voel je de ruimte. Veel glas zorgt voor licht en lucht. Zoals je Friesland ervaart. En uiteraard gaat het Fries Museum over Friesland en de Friezen. Op het affiche wordt subtiel verwezen naar Us Mem.
Vanzelfsprekend wordt er aandacht besteed aan Bonnema. Een videofilm geeft een goed beeld van zijn werkwijze en zijn denkbeelden. Maar er is veel meer uiteraard. Onder andere landschappen van Gerrit Benner, in de afdeling Horizonnen. De kleurige vilten muurbekleding van Claudy Jongstra is prachtig en zorgt, ondanks het zachte materiaal, voor een krachtige uitstraling.
Indrukwekkend is vooral de afdeling die is gewijd aan het verzet. In een aantal zalen word je op indringende wijze nog weer eens met je neus op de feiten gedrukt. Ook de kinderen die er rondlopen krijgen een idee van hoe het was, ooit. En het is mooi dat hun ouders de moeite nemen om ze hiermee in aanraking te brengen.
Na een heerlijke lunch, waarbij de Friese nagelkaas niet ontbrak, hervatten wij onze tocht door de nog steeds rustige stad. Wat een zegen is het toch dat niet overal de gekte is toegeslagen en de winkels zeven dagen per week zijn opengesteld.
Weer een groot plein. Voor de scheve toren van Leeuwarden, Oldehove, uit de 16e eeuw: ooit had hier een basiliek moeten verrijzen. Ach ja, Abe Bonnema zou wel op de hoogte zijn geweest van het feit dat je zoiets niet kunt bouwen op slappe kleigrond. Zelfs de toren is nooit afgebouwd, omdat die tijdens de bouw al verzakte.
Dat het plein toch een functie vervult, merkten wij een half uur later. Vanuit de Bonifatiuskerk bleek een Mariaprocessie op weg te zijn, richting Dominicuskerk; op alle bankjes rond het plein zaten mensen te wachten op de dingen die komen gingen.
En ja, daar kwamen ze. Of liever gezegd, daar kwam ze: een donkere Maria met een donker kindje Jezus, in een glazen omhulsel, op waardige wijze gedragen. Muziek en wierook. Gezang en serene glimlach.
Maar ook kwajongens die erg hun best doen de kaars netjes te dragen, maar toch afgeleid worden tijdens het lange wachten op het plein en een beetje met elkaar dollen. Kinderen die volledig opgaan in het zwaaien met de wierookbrander. En dit alles in Leeuwarden; Bonifatius moest eens weten dat zijn missie uiteindelijk toch succes heeft gehad.
We hadden daarna nog een half uur om ons te verlustigen aan Chinees porselein in museum ‘De Princessehof’. De vaste collectie was voor deze bijzondere expositie door rode stof aan het oog onttrokken. Het hoefde maar een klein stukje opgelicht te worden om stiekem een foto te kunnen maken van het oude Nederlandse ‘vaatwerk’.
Toen was het tijd om via de oude binnenstad het station weer op te zoeken. Het huis van Anna Blaman hebben we letterlijk links laten liggen. Langs het oude, uit twee tegenover elkaar liggende panden bestaand ‘Fries Museum’, waarop een bok een gouden ei bewaakt.
Langs een marmeren plaat, als een grafsteen in de straat verwerkt, met daarop een gedicht van Slauerhoff. Hij vond zijn bestemming niet. Nergens, blijkt uit zijn mooie, maar trieste woorden.
Wij wel. De trein staat al klaar en we zoeken een plaatsje in de bijna lege coupé. Het was weer een dag met een gouden randje. We gaan in stilte nagenieten.
Heerlijk stukje. ‘Hij vond zijn bestemming niet – Wij wel. De trein staat al klaar’ is een prachtzin. In het Fries Museum ben ik nog niet geweest maar wil daar inderdaad gauw even heen. Ben benieuwd.
Dank. Ja, doen hoor, het is echt de moeite waard.
En je hebt er een mooi verslag van gemaakt
Ooit was ik er per ongeluk, in de verkeerde trein gestapt, bestemming was Groningen
Maar eens keer ik er weer
Ja, dat is tricky. Als wij niet adequaat hadden gehandeld, waren we in Groningen terecht gekomen 😉
Mooi verslag!
Ik heb er 36 jaar gewoond en gewerkt, 9 jaren geleden ben ik verhuisd maar kom er nog regelmatig. Leeuwarden heeft veel gezichten, van achterbuurten tot het nieuwe Fries Museum. Tot mijn grote verdriet zijn al mijn foto’s van L’warden weg, computercrash terwijl mijn backup CD’s onleesbaar zijn geworden. Jouw reportage bracht me op een idee, ik ga de stad die ik soms haatte weer vastleggen, de mooie maar ook de lelijke kanten.
Alles heeft twee kanten, een stad ook. Als je het ‘lelijke’ op een objectieve manier bekijkt, zie je ook weer de charme ervan. Maak je er een blog van? Ik ben benieuwd.
Mooi! Dit voorjaar nog geweest, op de terugweg van Ameland. De stad komt mij altijd vreemd bekend voor.
Leeuwarden past als een jas.
Wat een goed verslag over een prachtige dag. Ja, vorige week zondag was het zalig weer, hoe anders, was het deze zondag. Ja, er is zo veel te zien, ik heb ook ongeveer zo een dagje op mijn verlanglijstje, heerlijk!
Op radio 1 hoor ik altijd over al die bijzondere dingen en dan schrijf ik het op, een lijstje wat ik graag nog zou willen zien.
Ik ga zeker nog een keer. Zo’n bijzondere stad. Handig inderdaad om de dingen die je nog wilt zien op te schrijven; zet Leeuwarden maar bovenaan je lijstje. Echt de moeite waard.
De bestemming Van Slauerhoff moet wel in Nederland hebben gelegen. Of in elk geval zijn uitdaging. Die ontvluchtte hij al snel maar elders kon hij het nooit vinden. Menig gedicht getuigt er van. Hij heeft veel van de wereld gezien maar was hij gelukkig?
Toen ik nog lesgaf in Leeuwarden had ik alle tijd de stad goed te bekijken. De man in de Oldenhove vertelde me indertijd dat veel studenten er met metingen bezig zijn. Voor de toren, op het plein, liggen veel bezienswaardige tegeltjes tussen het baksteen, herinner ik me nog.
Ik heb hier veel dingen gelezen die ik van Leeuwarden nog niet kende. Mooi verslag. Ik krijg meteen zin om weer eens de trein te pakken en er heen te gaan.