Wat je nooit meer ziet (3)

DSC08763Nu het dan toch echt herfst is geworden, met regen en wind en een duidelijke R in de maand wordt het voor velen tijd om voor het verhogen van de weerstand naar de multivitamines te grijpen of de echinacea forte. Voor wie erin gelooft. Vroeger stonden ons ook al allerlei middeltjes ter beschikking, zoals bijvoorbeeld levertraan (Halitran). En al associërend kwam ik weer op een aardig lijstje van ‘vergeten’ zaken.

– Levertraan! Sommige kinderen kregen Sinatran (met sinaasappelsmaak dus) Wij niet. Ook geen schepje suiker toe
– Later werden dat AD-druppels
– Davitamon 10
– Een glazen buisje met aspirine. Lege buisjes werden op de kleuterschool voor diverse knutselwerkjes gebruikt
– Staafje pure cacaoboter, in zilverpapier. Tegen schrale lippen hielp het niet zo heel goed, maar het smaakte wel lekker. Naar witte chocola.
– Teerzeep, zwarte zeep met die speciale geur
– Molenaars kindermeel. De pap werk gekookt en daarna opgediend in een warmwaterbord en vaak gegeten met zo’n ‘dwars’ lepeltje

DSC08789

– Reckitts blauw. Een stoffen zakje met ‘blauwsel’. Dit ging in het laatste spoelwater van de witte was. Voor een optisch wit effect
– Spic en Span (we kennen nog wel de uitdrukking – door sommigen uitgesproken als spic en spaM, ja, ja, het digitale tijdperk – maar wie kent het schoonmaakmiddel nog?)
– De schillenboer (met zijn onduidelijke uitroep) Afvalscheiding avant la lettre.
– De kolenboer, de kolenkit, kolenschep, een kolenhok op het balkon. Wanneer dit gevuld moest worden legde mijn moeder kranten op de vloer van de voordeur tot de balkondeur, tegen de vieze zwarte voeten
– Eierkolen, antraciet, turf
– ’s Morgens de kachel aanmaken met kleine houtjes
– Een lavet. Om in te baden. Bij sommige kon je een schoep in de afvoer zetten en die draaide op elektriciteit (met een elektromotor onder de kuip). Zo had je een soort wasmachine.

p-lavetklein

– De tekst op het afvoerputje van de gootsteen en het lavet: ocriet reinigen met vim
– Enorme stapels gemeniede raam- en deurkozijnen bij de bouw
– Speelgoedfornuisje wat brandde op esbitblokjes
– Een petroleumstel waarop de stoofpeertjes rood stonden te stoven
– Sterappeltjes, cox d’orange. Appels met een speciale smaak. Tegenwoordig smaken alle appels zo ongeveer hetzelfde. Als wintervoorraad uitgespreid op kranten op zolder
– Brilliantine, brylcreem. En dan uiteraard een kammetje in je achterzak en dat af en toe nonchalant met één hand door je haar halen en met je andere hand je kuif een beetje opduwen. Voor jongens dus.
– De kikkerproef als zwangerschapstest. Moest uitgevoerd worden door de huisarts
– Een perronkaartje kopen, wanneer je iemand naar de trein bracht
– Een ‘gewoon’ treinkaartje. Van karton. In het midden een gaatje en een geperforeerde rand. De helft was een kinderkaartje. De conducteur knipte een gaatje in je plaatsbewijs
– Een boekje van W.G. van de Hulst cadeau krijgen na het kerstfeest van de zondagschool
– Een mandarijn die nog echt naar mandarijn smaakte en vol zat met pitten
– Biest! Een enkele keer bracht opa dat mee. Een traktatie. Voorzichtig laten wellen tot het dik werd en eten met een beetje suiker
– Poppen van celluloid
– Een streng wol ophouden voor je moeder, zodat zij daarvan een knot kon opwinden
– Druipkaarsen, in combinatie met een chianti-fles. Witte kaarsen, die in allerlei kleuren dropen. Die werden vaak gebruikt op feestjes waar slechte wijn werd geschonken (Valpolicella) en waar de aankleding verder bestond uit visnetten en zitzakken……

druipkaars1

De foto’s van het lavet en de druipkaars komen van het internet.
Met dank aan Mario Bosch. Ik hoop dat hij het goed vindt dat ik zijn artikel over ocriet en het lavet heb gekopieerd.

Klik op de links en lees ook:
Wat je nooit meer ziet
Wat je nooit meer ziet (2)

24 gedachten over “Wat je nooit meer ziet (3)

  1. Vlak bij Baarn hebben we nog het Ocriet-eland in de Eem, vlak bij de plek waar de Reston van de Ocriet keukenfabriek nog altijd te vinden is. Er zit ten ijsvogels.

  2. Door dit blog, komen kostbare dingen weer boven, dankjewel. Een mooie wil ik delen: mijn moeder was vroeger zo helder als water, ze lapte en sopte, onze ramen zaten midden in de polder altijd onder de muggenpoep, dus mijn moeder nam altijd Spic en Span, om de ramen te doen. Maar op een dag viel ze van haar trapje en met haar billen in de emmer, ze zat klem, wij als kinderen zagen het gevaar niet en lachten ons buikpijn, mijn vader niet, die was zo bezorgd. Maar later heeft hij haar wat geplaagd met de “”schoonste”” billen van Nederland.

  3. Je hebt je best gedaan! Ik ga voor het perronkaartje, zoveel fijner dan OV-chip en poortjes. In mijn eerste flat zat een lavet. Mis ik niet.

  4. Het wecken van flessen vol boontjes, andijvie, worteltjes, peertjes.
    Maar ook zakken vol snijbonen door de molen draaien…
    Zelf zuurkool maken in een keulse pot, maar snijden mocht ik niet, vanwege het grote mes waarmee de kolen werden fijngesneden.
    Dierbare herinneringen.

    • Ach ja. Mijn oma deed dat. De flessen kregen een laagje (zegel)lak, in mijn herinnering. Boontjes in het zout; in een grote bruine pot, een plankje erop en daarop een steen. Op de potjes jam ging een stukje cellofaan….. Sweet memories.

  5. De schoenveter die je in brand stak met de zon en een vergrootglas.
    Of liever nog een stukje mica, zoals we dat noemden, dat we van een fiets pulkten, dat stonk goed in de klas!

  6. Die foto van die boom!! Wat ontzettend hè? Er zijn hier bij mij in de buurt ook zoveel grote bomen omgegaan – ik heb vanmiddag nog met tranen in m’n ogen in een straat gestaan waar vier bomen op een rij verdwenen zijn. Eeuwig zonde dat dat weg is.
    Leuk, al die herinneringen! Wij hadden idd vroeger thuis ook een lavet waar ik als kind nog wel eens in ging. Zelfs toen ik eigenlijk al te groot was wou ik er nog in want ik vond het idee van een ‘bad’ zo leuk!

  7. Superleuk log
    Zal maar niet vertellen dat wij werden gebaad in een zinken teil met een handvol soda brokken er in.
    Ten eerste deden ze zeer en je stapte er helemaal uitgebeten uit!

  8. Wat een opsomming. Eén gaat daar ver boven uit. Dat dwarse lepeltje. Ik heb er nog een uit 1948. Een zwaar verzilverd lepeltje met in de kop van het steeltje een prachtig beertje. Vroeger at ik mijn brinta ermee. Maar sindsdien bewaar ik hem in een doosje met watten er in. Samen met het oranje olifantenspaarpotje van mijn moeder is het een kleine, onzichtbare lijn naar vroeger.

  9. pannenkoeken van biest, zooo lekker. De rest komt ook allemaal binnen met een oh ja-gevoel, dank iedereen. Ben hier al een aantal dagen aan het teruglezen en vind het erg leuk.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s