Buitenspelen zou een vak op school moeten zijn (2)

wpid-johan-cruijff-foundation-buiten-spelenNa een goed jaar bouwen was het nieuwe schoolgebouw zover dat we aan de inrichting van het plein konden gaan denken. Iedereen die in het onderwijs werkt, weet dat er dan een Commissie wordt benoemd, die Plannen gaat maken en deze daarna gaat Presenteren aan het Team. Ook weet men dan dat het Budget sowieso te klein is om welke plannen dan ook te realiseren.
Zo kon het gebeuren dat het droombeeld van een ruig, spannend speelveld met heuveltjes met (rioolbuis)tunnels, bomen en struiken geen doorgang kon vinden. Niet alleen vanwege een beperkt budget. Iedereen die in het onderwijs werkt, weet ook dat je met handen en voeten aan allerlei regels en regeltjes gebonden bent.

Ons plein werd dus volledig betegeld inclusief vier tegels met een knikkerpotje en twee genummerde hinkelbaantjes, er werden een klim- en een speeltoestel geplaatst, een set van drie duikelstangen en een zandbak van 2m x 2m. (In de praktijk bleek de zandbak natuurlijk te klein en te ondiep. Bovendien was hij vlak naast een afvoerputje geplaatst, zodat de juffen er altijd aan moesten denken dit met een stuk linoleum te bedekken.) Ook kwam er een betonnen tafel met daarop een schaakbord, wat een dambord had moeten zijn. Wat een spannend en uitdagend speelterrein….

Bij toerbeurt wordt er door onder-, midden- en bovenbouw buiten gepeeld. Drie keer per ochtend rennen er twintig minuten zo’n honderd kinderen over het plein. De rest van de tijd is de ruimte voor de kleuters.

De praktijk: de meeste jongens willen het liefst alleen maar voetballen. Op zich zou je dit moeten toejuichen, omdat ze dan tenminste spelen. Ze nemen dat spel heel serieus, wat best grappig is om te zien. De keerzijde is, dat ze dan totaal geen oog meer hebben voor de andere kinderen, alleen hun spel is nog maar belangrijk. Sommige kinderen doen verstoppertje, waarbij de schaaktafel dienst doet als buutplaats. Echte verstopplekken zijn er niet op dat kale plein. Een grote groep kinderen rent doelloos gillend rond; geen idee wat ze moeten met hun energie. En ondanks het feit dat er twee ‘lieveheersbeesttegels’ in het plein zijn verwerkt, is er sprake van veel duw- en trekwerk en regelrecht geknok. De knikkerpotjes slibben dicht, omdat niemand meer knikkert. De hinkelbanen zijn gesitueerd in het voetbalgebied, maar ach, ze werden toch al niet gebruikt. Het klimrek wordt al snel door groep acht in gebruik genomen om als hangplek te dienen en het speeltoestel wordt, vooral gedurende het weekend, vakkundig gesloopt. De duikelstangen worden het liefst gebruikt voor het oefenen van de ‘dodensprong’. Met de springtouwen kun je kinderen vastbinden en met stelten kun je lekker meppen. Het boompje midden op het plein overleeft de pauzes niet, want wat is er nou leuker dan kijken hoe ver dat stammetje doorbuigt als je eraan gaat hangen?

Natuurlijk is dit enigszins gechargeerd. Maar het komt er wel op neer, dat kinderen uit zichzelf vaak niet goed raad weten met de ruimte en de vrijheid. En met elkaar; zoveel kinderen tegelijk op een beperkte ruimte. Leuk spelen lukt dan niet meer zo goed.

Als buitenspelen een vak zou zijn op school dan zou het (moeten) worden aangeleerd. Dan zouden er faciliteiten en materialen zijn, net als bij de reguliere lessen. Leerkrachten zouden zich er gericht en actief mee bezig (moeten) houden. Dus niet, een kopje koffie in de hand, met elkaar de teleurstellende uitslagen van de rekentoets doornemen, maar het touw draaien, bijvoorbeeld. Hoe actiever de leerkracht zich opstelt, hoe minder hij zich als politieagent hoeft te gedragen. En op zo’n manier leren kinderen dat buitenspelen op een plein met nog honderd anderen best mogelijk is.

Maar, als buitenspelen een vak op school zou zijn, dan zou het, vrees ik, ook getoetst moeten worden. Het Cito zou er wel raad mee weten. Voor voetballen een A, voor knikkeren een E. De leerkrachten stellen gewoon weer een (groeps)handelingsplan op. En zo komt het allemaal toch goed.

Lees ook: Buitenspelen zou een vak op school moeten zijn (1): http://wp.me/p36K0e-bh

9 gedachten over “Buitenspelen zou een vak op school moeten zijn (2)

  1. Wat ontzettend herkenbaar je verhaal, met een mannetje dat alleen maar wil voetballen mét de meester en een meester die dat ook doet. En een mannetje dat zich, met vriendjes uren kan vermaken met een simpel stokje of dopje besef ik dat ze er qua buitenspelen op deze nieuwe school ook op vooruit zijn gegaan terwijl het schoolplein niets bijzonders is, het is soms ook de dynamiek in de groep en de manier waarop ze op school omgaan met elkaar waardoor alles anders kan zijn. Dank voor het delen een mooi moment van stilstaan…

  2. En dan doen wij het voorwerk wel bij De Koebel. Vanavond toevallig uitgebreid gesproken over de toekomstige buitenruimte. Voor ons is die juist wel erg belangrijk!

  3. Dan heb je het nog niet eens over het verplicht surveilleren. Dat was geen vak op de kweekschool, ik vond het verschrikkelijk. Die herrie – terwijl ik ook moest bijkomen van een ochtend lesgeven en me moest voorbereiden op de middag die nog kwam. Dus met het leren buitenspelen ook lessen buiten surveilleren voor de meesters en juffen.

  4. Bij mij op school gaat elke leerkracht samen met de eigen groep naar buiten. Soms meespelend en soms koffie drinkend. Inspelend op de vraag van de leerlingen. Als je “pleinwacht” als surveilleren ziet, dan hoor je niet in het onderwijs thuis. Goed blog!

  5. Wat ik nog van mijn kindertijd weet is dat we altijd buiten speelden. Mijn moeder stuurde me gewoon af en toe de straat op omdat ik teveel binnenzitter was. Ik herinner me dat wij niet veel nodig hadden. Een haaks-gegroeid stokje was een pistooltje, Een paard dachten we er bij en we waren cowboy. Als we geen voetbal hadden namen we een leeg plastic busje. En de putjes in de straat waren de doeltjes. Er was geen opzichter er waren geen beleidsmakers. We deden het allemaal zelf en kwamen elke avond met verhitte koppen aan de eettafel terug.
    Op school ging dat niet anders. Het schoolplein was groot en kaal. De zandbak werd door de meeste kinderen genegeerd. Ik kan me ook niet herinneren dat de pleinwachten (onze juffen en meesters) zoveel te doen hebben. Af en toe een ruzie de kop indrukken, dan had je het wel gehad. Wat is er nu veranderd dat alles zo anders gaat? Of is het wellicht zo dat dat ogenschijnlijk doelloos door elkaar rennen juist een belangrijke functie heeft. Kinderen denken anders, minder gestructureerd, dan volwassenen. Is dat wel eens onderzocht? Proberen we kinderen niet (tevergeefs) onze volwassen structuren op te leggen?
    Het zijn maar vragen van een leek die ooit kind was.

  6. Vroeger speelden we ook altijd buiten, met een oud blik, met een oud keukenmes landverovertje, op de boerderijen wegkruipen met mooie verstopplekjes. Heerlijk. Mijn zoon had ook de “luxe” vaak in de haven te zijn bij ons waar een heel oud terrein met oude fabriek was, ze konden daar heerlijk hun hart ophalen, hutten bouwen, voetballen, met touwen van alles doen. gewoon spelen. Dat hebben alle kinderen nodig.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s