Vorige week reed ik naar mijn dochter die met man en zoontje in Amsterdam Zuid-Oost woont. Op nog geen steenworp afstand van de Gaasperplas. Terwijl ik het sappige groen zag opdoemen en een klein stukje van de plas zelf kon zien onder een donkere lucht, dacht ik ineens terug aan een vakantie in Frankrijk, tweeëndertig jaar geleden.
In 1982 vierden wij met ons gezin drie weken vakantie in het prachtige ruige gebied van de Tarn. Tevens was het de bedoeling dat we daar campings zouden bezoeken en keuren zodat de Internationale Campinggids kon worden uitgebreid met terreinen in De Gorges Du Tarn. Het was een leuke combinatie van het nuttige en het aangename. Meestal verbleven we een aantal dagen op zo’n camping en wanneer het ons beviel en de outillage was goed, informeerden wij of men geïnteresseerd was om opgenomen te worden in de gids. Dan volgde een heel ritueel van informatie inwinnen en formulieren invullen. De dochters hebben die vakantie heel wat extra ijsjes genuttigd!
Uiteraard lag de nadruk op vakantie houden en we hebben dan ook veel van deze streek gezien. Vooral spannend waren de wandelingen die we door het onherbergzame gebied maakten. Bergschoenen aan, hoedjes op, Spaanse leren waterzakjes mee. En, op de bewuste dag, alsof we het hadden voorvoeld, extra kleding in de auto! Gelukkig!
Het was 14 juli, de nationale feestdag. Na een feestelijk ontbijt togen we met het voorgedrukte kaartje van de plaatselijke VVV op pad. Het eerste gedeelte van de wandeling volgde de route van de Grande Randonnee, langs beekjes, weiden met van die mooie blonde koeien, door bos. Geleidelijk aan werd de omgeving kaler en ruiger. Steeds bergachtiger en steiler. Heel spannend; dit was avontuur.
Toen de lucht begon te betrekken en de wind opstak, werd het ons wat te avontuurlijk. Dat kon wel eens op onweer uitdraaien. Het leek ons beter zo snel mogelijk terug te lopen naar het dorpje waar we de auto hadden geparkeerd. We volgden een pad, dat volgens het kaartje rechtstreeks naar het dorpje leidde. Terwijl het onweer al in de verte hoorbaar was, klauterden wij over kale rotsen. Doodeng. Eindelijk, toen we in de beschutting van struiken en laag geboomte waren beland, barstte het pas goed los en de regen viel met bakken uit de groenig donkere hemel. Binnen de kortste keren veranderden de paden in snelstromende beekjes en waren we tot op het bot doorweekt.
Een verlaten krottig schuurtje bracht uitkomst. Dat hadden andere wandelaars ook bedacht en zo werd het, ondanks gekleum en geklappertand, nog best gezellig. Hagelstenen zo groot als knikkers roffelden op het golfplaten dak en deden het water in de plassen hoog opspatten. Na tien minuten klaarde het plotseling weer op. De zon brak door en we vervolgden onze weg richting startplaats.
In de auto kleedden we ons om, zo goed en zo kwaad als dat ging. Onzichtbaar voor eventuele passanten, omdat de ruiten direct volledig besloegen. Met de verwarming op tien om helemaal goed warm te worden reden we naar Millau. Daar kochten we vier zakken patat. Op een bankje op het plein deden we ons te goed. De krant, waarin de frites verpakt waren kon mooi dienen om in onze doornatte schoenen te proppen. Tot onze grote verrassing zagen we net op tijd dat er een interessant artikel in stond: De Floriade 1982 in Amsterdam Zuid-Oost werd uitvoerig beschreven.
Geen vetvlekken, dus bewaren die pagina! In het kleine multomapje, waarin het relaas van de vakantie is opgetekend, zit hij netjes opgevouwen bij het verslag van deze spannende dag.
En nu, ruim dertig jaar later haal ik het weer eens tevoorschijn. Een mooi document. Nooit meer aan gedacht; de donkere lucht boven de plas was de trigger.
Heel leuk om nu weer te lezen wat François Aubry er toen over schreef: naast een loflied op de veelheid aan bloemen, planten en gewassen, schrijft hij uitgebreid over de Hollandse eigenaardigheden en geeft hij potentiële (volwassen) Franse bezoekers nuttige tips.
Onze dochters waren tien en twaalf. Zij bekeken toen alleen de foto’s. De oudste een zou pas in het nieuwe schooljaar Frans gaan leren.
En nu woont ze met haar gezin, o ondoorgrondelijk lot, op de zojuist al genoemde steenworp afstand van het uitbundig geprezen “terrain de 54 ha au bord d’un grand lac près d’Amsterdam”, wat inmiddels tot een prachtig park is uitgegroeid en waar zij al heel wat voetstappen hebben liggen. Ik zal haar het artikel binnenkort eens laten lezen.
Soms lijkt het maar een knippertje met je ogen terug allemaal…
Mooi.
Het leven is een zuchtje. Zo voorbij. Belangrijk om er goed bij te zijn!
wat een mooi verhaal weer, hoe we kunnen terug kijken op toeval of lot…
Wat het ook is, Hennie….
Zo rolt er zomaar een prachtig verhaal uit met schijnbaar toevallige feitjes.
Zo bijzonder hoe alles aan alles gelinkt is. 😉
Ik voelde de nattigheid en de ‘behaaglijkheid’ van de klamme warmte in de auto, ook ik was toen zoon 10 was in Frankrijk met hem op twee campings in het zuiden.
Leuk zo’n verhaal over jou als moeder, het park in Amsterdam heb ik indertijd ook bezocht met mijn ex.
Dat moeten kinderen echt een keer hebben meegemaakt, kamperen in Frankrijk.
De Tarn…ik ben er met een vriend (eigenlijk meer een soort broer) vanaf huis naartoe gefietst. De fietstocht van mijn leven. Wel heel bijzonder om in de vakantie zo’n krantenartikel tegen te komen. Goed dat je het bewaard hebt. Het lijkt wel, hoe ouder je wordt, de tijd alleen maar nóg sneller gaat…
Groetjes Kakel
Dat was een pittig eind fietsen. Maar heerlijk ook, lijkt me en mooi. En dan met zo’n vertrouwd persoon; dat geeft wel iets speciaals aan het geheel.
Ja, het leven lijkt wel steeds sneller te gaan. Ken je het boek van Douwe Draaisma: Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt? Hoe dan ook, hoeveel wetenschappers zich er ook mee bezig houden, het verandert er niets aan. We moeten er maar mee leren leven. En vooral genieten van wat er op ons pad komt.
Groetjes, Corja
Waardoor herinneringen al niet getriggerd worden… een mooie hoewel lang vervlogen, even weer dichtbij. Kleine kinderen, ze worden zo gauw groot 🙂
Hoe bijzonder!!! En dat molentje, dat staat daar nog steeds in het Gaasperpark. Althans een paar jaar geleden. Ben er nu al een tijd niet meer geweest!
gr eva
mooie herinneringen poppen vaak plotseling op. Fijn hè? 🙂
Frankrijk is mooi , wij zijn veel met de camper er doorheen gereisd . Ook al ben ik de taal niet machtig ze waren altijd vriendelijk. En zo’n onweers bui brrrr het kan spoken.
Wat mooi dat jij dat krante artikel nog hebt ,het is net als met een geur of foto dat je in eens terug bent in de tijd .
Wij deden ooit in A’dam een toer met gids en gingen ook door de Roze buurt. Mijn ex die zelden of nooit fietste had alle moeite om het bij te houden dus toen ik later vroeg heb je de dames nog gezien haha had hij er helemaal niets van kunnen zien. ;). Ja wat een leuk verhaal dat soms zoals bij mij ook weer herinneringen ophaalt. Maar goed dat ze toen nog geen Frans kenden 😉
Wonderlijk is de menselijke geest. Waarom herinner je je bepaalde dingen zo maar ineens. Naar het schijnt vergeten maar nee, gewoon goed in een nisje opgeborgen, wachtend tot het juiste flitsje voorbijkomt. Nu zit het voor altijd in het bewuste hersendeel. En het staat digitaal op papier. Fraai ook nog. Al die herinneringen. De manier waarop we ze opdiepen uit die wonderlijke flipperkast die brein heet.