De wekker gaat. Ik geef er een klap op en scheur me los uit een vage droom, waar ik me direct al niets meer van kan herinneren. Terwijl ik me nog een keer omdraai, denk ik aan de ontmoeting van vanmiddag. Vandaag zullen we elkaar weer zien. Eindelijk. Na een periode van, ik reken snel, een half jaar zo ongeveer.
Mijn gedachten gaan naar de laatste keer. “Ik hoop je voorlopig niet meer te zien”, zei hij resoluut. Nog dagen dreunden die woorden door mijn hoofd. Zo gek was het niet, natuurlijk. Ik voelde het ook wel aankomen. Wat hadden we elkaar nou te vertellen? Heel vaak zat ik met een mond vol tanden als ik bij hem was en dan voerde hij het hoogste woord. Ik had al lang mijn conclusies moeten trekken, maar tegen beter weten in bleef ik hem trouw. Daarbij had hij me ook helemaal niet zo fijntjes behandeld, die laatste keer. Ik begreep het wel, hij kon niet anders. Maar toch.
En nu zomaar weer een mailtje. Hij wilde graag opnieuw afspreken. Of er niets gebeurd was. Kortaf, koel en zakelijk. Ik vond het tactloos. C’est le ton qui fait la musique. Maar ik ging overstag, gek genoeg. Ik moest hem zien en ik schoof wat in mijn agenda. Dinsdagmiddag. Wat kwam de afspraak met de kapper, ’s morgens, goed uit.
De dag kroop voorbij. Ik stortte me op simpele huishoudelijke klusjes: stofzuigen, strijken. Verstand op nul. Tegen half drie begon ik pas echt onrustig te worden. Zit mijn haar goed? Tanden poetsen! Geurtje op. Lippenstift? Nee, beter van niet, daar had hij een hekel aan. Door al dat gedoe ging ik bijna nog te laat van huis.
Ik ben ruim op tijd! Gelukkig. De tuinman is bezig met het weg harken van gevallen blad rond het riante pand. De voordeur staat op een kier. Het bekende luchtje. In de garderobe op de begane grond hang ik mijn jas op. Ik hoor mijn naam. Zo rustig mogelijk loop ik de trap op. De kamerdeur staat open. Hij is er: meteen vallen mij zijn schoenen op. Ik heb iets met schoenen. Spitse neus. Wit, soepel leer. O, ja hoor, ik val weer compleet voor deze man.
Hij kijkt me glimlachend aan. Hij vraagt hoe het met me gaat. “Ga zitten”, zegt hij vriendelijk. “Dank je”, stamel ik.
Terwijl hij met een van die prachtige witte schoenen het pedaal intrapt waardoor de stoel langzaam omhoog komt, pakt hij zijn spiegeltje en zijn haakje en zegt: ”Doe je mond maar open. We zullen eens kijken. Nog ergens last van gehad het afgelopen half jaar?”
——————————————————————————————————————-
De foto van de witte schoen komt van het internet.
Geweldig misleidend hahaha…de Tandarts geen ontkomen aan 😉
Nee, Laura, klopt. Gelukkig geen gaatjes!
O goh en ik maar denken, ze trapt er weer in en gaat weer voor gaas, niet voor gaas, en hopelijk ook niet voor gaat(je) . Mooie verhaal haha.
Nee, dat gaas heb jij gebruikt, las ik net. Grappig, we zaten tegelijkertijd bij elkaar te lezen! 🙂
Leuk en onverwachts!
🙂
Totaal op het verkeerde been gezet, geweldig verhaal Corja!
Gna, gna. Dank, Fenny!
Mooi geschreven. Compliment.!!
Dank je Simen! Leuk dat je een keer komt lezen.
Dat is knap opgebouwd. Meestal tuin ik er niet in en voel ik het plot al van verre aankomen. Nu dus totaal niet. Heerlijk Corja!
Ik sluit me aan bij Mokums meisje: ik voelde het plot totaal niet aankomen! Ik vroeg me de hele tijd waar het heen zou gaan en wat je gedaan had. Geweldig Corja!
Leuk dit soort logjes dat een spannende verwachting wekt om uiteindelijk broodnuchtere climax hebben 😉
Onverwacht slot
soms zet men mensen op het verkeerde been
krijgt een verhaal
geschreven of verbaal
pardoes een andere wending van kop tot teen
Prachtig! 😀
Lenjef