Brief aan mijn kleinzoons

img017

Dit is een brief aan mijn twee favoriete kleinzoons. Hij is voor beiden. Ik had beloofd een keer een blog te schrijven, speciaal voor hen. Het is natuurlijk niet een echt persoonlijke brief. Die zou ik gewoon met de hand schrijven, in een envelop doen, er een mooie postzegel op plakken en via slakkenpost laten bezorgen.
Ik hoor ze al zeggen: “Maar oma, je hebt toch maar twee kleinzoons?” Precies, jongens, zo is het. Twee geweldige kleinzoons. Allebei verschillend. Allebei favoriet.

Lieve jongens,

Het schooljaar is bijna voorbij. In het afgelopen jaar heb ik jullie zien groeien van eind-groep-vier-jochies tot begin-groep-zes-knullen. Ik bedoel dat jullie een stuk wijzer zijn geworden. Dat merk ik bijvoorbeeld aan jullie onbetaalbare one-liners, de antwoorden die jullie geven, de vragen die jullie stellen, aan jullie blik, humor (goeie moppen!) en spel. Natuurlijk zag ik dat vroeger ook bij jullie moeders, maar het lijkt wel of al die zaken veel meer opvallen bij je kleinkinderen. Gek genoeg.

Jullie gaan nu eerst fijn vakantie vieren. Geen school, geen verplichtingen, niet op tijd je bed uit en opschieten, maar nieuwe ervaringen opdoen, reizen, spelen, zwemmen, voetballen en luieren.

Jullie zijn heel veel in mijn gedachten. Ik zie hoe goed en leuk jullie worden opgevoed. Het is dus eigenlijk overbodig, maar ik wil jullie toch wat tips geven; oma’s goede raad…..
Daar komt-ie:

1. Doe alles wat je doet zo goed als je kunt. Het leven is geen wedstrijdje; je hoeft niet beter te zijn dan een ander. Doe alles op jouw manier, maar wel zo goed mogelijk. Met aandacht. Dat geldt ook voor later, als je een beroep moet kiezen. Word je voetballer? Atleet? Bioloog? Autocoureur? Zorg dat je heel goed wordt. Maar ook als je vuilnisman zou worden, word een goede vuilnisman. (Weet je trouwens dat vuilnismannen onmisbaar zijn? Dat als zij er niet waren er overal troep zou liggen, en er erge ziektes zouden uitbreken? Punt 1a is dan ook: Kijk nooit op anderen neer.)

2. Wees eerlijk. Iedereen doet weleens iets wat niet goed is, wat niet de bedoeling was, wat achteraf gezien een beetje dom was. Kom er gewoon voor uit. De waarheid is altijd waar.

3. Maak fouten. Er wordt vaak gezegd: van je fouten leer je. Oké, maak gewoon een heel rijtje sommen fout, weer wat geleerd. Nee, zo werkt het natuurlijk niet. Van het verbeteren van je fouten leer je. Daar sluit punt 4 op aan, kijk maar:

4. Durf te vragen. Weet je iets niet, of niet zeker? Vraag het. Aan je ouders, je meester of juf, je nichtjes, je zusje, je tante of oom. Of gewoon aan je oma, natuurlijk 😉 Wie vraagt wordt wijs. En dat is mooi meegenomen, toch?

5. Kwets niemand. Wees aardig. Ik zal niet zeggen dat je geen ruzie meer mag hebben. Dat is namelijk onmogelijk. Engeltjes wonen in de hemel. Op aarde wonen mensen en die doen wel eens lelijk tegen elkaar. Als het je niet gelukt is tijdens een ruzie op je woorden te letten, denk er dan even over na. Misschien kun je je excuses aanbieden, sorry zeggen. Zeg eens iets aardigs tegen iemand, zomaar. Geef een complimentje. Je zult zien, je krijgt ze ook terug. (In mijn oude poëziealbum staat een heel kort gedichtje, maar het is heel waar: Wie goed doet, goed ontmoet.)

6. Wees jezelf. Je hoort heel vaak dat mensen dat zeggen. Ik zeg het nu ook tegen jullie, terwijl ik niet eens goed weet wie ik zelf ben. Weet jij wie je zelf bent? Ken jij jezelf heel goed? Misschien jullie wel, hoor! Volgens mij gaat het erom dat je niet zomaar iets doet wat iemand anders voorstelt, als je niet het gevoel hebt dat je het er helemaal mee eens bent. Als het niet goed voor je voelt, doe het dan niet. Vraag jezelf af: past dit wel bij mij? Hoort dit bij mij? Word ik hier blij van? Wordt een ander hier blij van?

7. Blijf lachen! Nou, dat was wel een beetje veel hè? Allemaal van die serieuze dingen. Maar het leven is uiteindelijk helemaal niet zo serieus. Er valt genoeg te lachen. Lachen maakt het hele leven licht.

En dan tot slot nog dit:
Ken je die mop van die twee jongens die bij hun oma gingen logeren? Nou, die hadden zoveel plezier. Ze speelden de hele dag, lieten goeieriken het winnen van slechteriken, voetbalden op het pleintje, aten stapels pannenkoeken, lagen uren in bed te keten, wilden appel met honing en kaneel als ze niet konden slapen, ontwierpen legobouwsels, tekenden woeste monsters, zochten zakken vol kastanjes. Maar ze werden ook langzamerhand te groot voor de plastic kinderbordjes. Ze konden best zelf de weg naar het pleintje vinden, zonder oma. Ze waren bezig op te groeien tot de bijzondere mensen die ze hun hele leven al waren……. Dat is toch echt een goeie grap. Of niet?

Dag jongens, een fijne vakantie.

Veel liefs van oma.

Katjeliem, koeienvla en een tandeloze boer

koeiensnuit

Het was zo’n dag die opstijgt uit de kou van de nacht en die zich langzaam ontvouwt tot een zomerse heerlijkheid met zon en een windje, geuren van vlierbloesem en hondsroos, een strakblauwe lucht, die om schapenwolkjes vraagt. Afgelopen woensdag genoot ik ervan.

Nadat de kapster had geconstateerd dat mijn haar wel heel hard was gegroeid en nu eindelijk echt grijzer begon te worden, toog ze aan het werk met wassen, knippen en föhnen. Onderwijl werd ik getrakteerd op de verhalen over haar bijna tweejarige zoontje en de vakantieplannen. Met een fris en vol hoofd vertrok ik voor de volgende missie.

de Liefde

Een half uurtje fietsen naar een rustiek gedeelte van Zaandam -om een boek op te halen dat mijn oudste kleinzoon via Marktplaats had besteld- was voldoende om de overbodige informatie van die ochtend weer kwijt te raken.
Nu naar huis? Geen denken aan. Langs de zonovergoten dijk rijd ik naar Westzaan.

Vermaning

Het dorp strekt zich aan weerskanten van de weg als een lang lint uit. Prachtige oude boerderijen, kleine bedrijfjes, grappige huizen, een school. De Doopsgezinde Vermaning, die mooie oude kerk, schemert tussen de linden door. Af en toe een doorkijkje met zicht op de weilanden en slootjes. Idyllisch landschap.

doorkijkje

Altijd wanneer ik daar fiets, zie ik het leven voor me zoals het in het begin van de twintigste eeuw moet zijn geweest. Ik stel me mijn opa voor met zijn timmerbedrijf. En oma die de hoge ramen met een ragebol te lijf gaat. Maar wanneer er een vrachtwagen langs dendert, wordt die droom ruw verstoord.

"oma's huis"

Vandaag zie ik voor het eerst de foeilelijke huizen van het nieuwbouwwijkje, dat als een puist aan het dorp is vast gebouwd, qua kleur en stijl totaal niet in het geheel passend. Waarom is hier toestemming voor gegeven? Heeft er iemand bij de gemeente zitten slapen?

Zaanse huisjes

Op plaatsen waar je het niet zou verwachten worden er stapels Zaanse huisjes neergezet en op plaatsen waar je dát juist zou verwachten, wordt er maar wat aangeknoeid. Ik fiets er snel langs, maar dat neemt niet weg, dat de met lichtgrijze plastic “planken” beklede huizen op mijn netvlies zijn opgeslagen. Je zult hier maar tegenover wonen.

lelijk grijs

Snel verder. Een bordje langs de weg: Rustpunt. Ik ben er al bijna voorbij, als ik denk: RUSTpunt. Dus afstappen en een kopje koffie drinken.

rustpunt

Binnen doe ik mijn bestelling. Op het bankje buiten zit een echtpaar. Uit Groningen, blijkt al gauw, want het wordt gewoon aanschuiven. “Pas op hoor”, zegt de vrouw, “er zit katje-lijm op de bank. Eigenlijk zeggen wij: katje-liem. Hoe noemen ze dat hier?” Ik kijk. Hars noemen wij dat. Haar mans broek zit al onder, dus hij moet eraan geloven wanneer ze van de boerin een fles wasbenzine en een doekje krijgt aangereikt. In het winkeltje koop ik een stuk boerenkaas. Een groet en verder maar weer.

Idyllisch landschap? Als je goed kijkt is er van alles te zien wat er niet hoort. “De nieuwe tijd, net wat u zegt”. Je kunt er best omheen of langs kijken, maar het is wel de realiteit.

windmolens
gevangenis

Ik doe mijn beklag bij drie jonge koeien, pinken denk ik; ze zijn zo nieuwsgierig. Wel hebben ze van die vreselijke oorbellen, maar hoorns hebben ze ook. En dat doet me genoegen.

duo de drie koeien

We maken een praatje. Dat wil zeggen, ik praat en zij geven af en toe antwoord. Er wordt veel gesnoven, natte neuzen komen over het hek, er wordt gepiest en gepoept en vooral heel geïnteresseerd gekeken. En jaloers gereageerd op mijn belangstelling voor de ander. “Pas op, ze bijten!”, roept een tandeloze boer met een vette grijns. Ik grijns terug.

6 minuten gaans

Een mooie oude kreet op een bordje bij het Relkepad, dat naar de molen Het Prinsenhof voert: 6 minuten gaans. Wie zegt zoiets nou nog. Maar alleen zo kun je kort maar krachtig duidelijk maken, dat je zes minuten door het weiland moet banjeren, langs een slootje met kwakende kikkers, een maaiende boer en (weer) nieuwsgierige koeien om bij de molen uit te komen.

Het Prinsenhof

Bruidsparen maken wel van de mogelijkheid gebruik om daar hun feest te vieren. Wat vooral leuk is voor gasten op naaldhakken en voor hen die zijn vergeten een zaklamp mee te nemen voor de terugweg in het pikkedonker.

rietorchis

De rest van het tochtje trap ik stevig door. Ik stap alleen nog even af om een rietorchis te fotograferen. En die prachtig tere bloempjes van de smalle weegbree.

smalle weegbree

Dan ben ik weer thuis en eet een boterham met heerlijke Stolwijker kaas.

Stolwijker kaas

Kleine Icarus

mussenvleugeltjes

Vleugeltjes om zo mee weg te vliegen
Maar er zit geen beweging meer in
Of het moet de wind zijn
Die een lichte trilling door de veertjes voert

De schuldige van de moordpartij
Is natuurlijk ver te zoeken
Of zie ik zijn glanzend groene knikkerogen
Onschuldig knipperen achter de lavendel?

Kleine Icarus, voorgoed gevlogen
Hoger zelfs dan jij ooit hebt gekund
Door hemelsblauw op engelenvleugels
En slapen in een koesterende hand

——————————————————————————————————————-

Ook Icarus: https://ajroc.wordpress.com/2013/06/12/icarus/

En dan nu Satie!

Come away

Een goed concept. Daar zijn vriendin H en ik het over eens, als we, een motterig regentje trotserend, door Edam wandelden. De twaalfde Pianowandeling. Voor ons de tweede.

Gelukkig staan de piano’s binnen. In de meest schattige huisjes, in kerken met zand op de vloer, in winkels, galeries en kassen. In het gemeentehuis speelt een jazzcombo, grijze mannen in het zwart. Het dak eraf is teveel gezegd, maar ze doen hun best. De sfeer is geweldig. “Wie is Loesje”, die heerlijke meezinger van de Ramblers, wordt door velen, op dringend verzoek van de zangeres, luidkeels meegezongen. Net als Loesje “voel ik in mijn hart een steek” als ik de wat oudere drummer zo vol vuur zijn drumstel zie en hoor bewerken.

Via een smalle gang betreden we een kamer in een woonhuis. Vrolijke klanken worden voortgebracht door twee quatre-main-spelende dames. De ‘Romantic Rag’ wordt helaas – even – onderbroken. Een dame in het publiek wil graag laten zien dat ook zij het pianospel beheerst en slaat, onhandig friemelend een ezelsoor achterlatend, de bladzij om. Daar hadden de dames niet op gerekend, ze raken in de war en het spel stokt. “Wij doen dit altijd zelf”, is het rustige commentaar en verder spelen zij. Inderdaad, beurtelings slaan zij om en dat gaat heel goed, zonder de minste hapering.

In De Vermaning (zand op de vloer) geen piano, maar orgelspel. In combinatie met alt- en tenorblokfluit. Een mooie combinatie, zowel voor het oor als het oog: met wat tegenlicht door een hoog raam een romantisch plaatje.
Het sieradenatelier van Mei Ling biedt ons de gelegenheid om een jonge vrouw achter de piano en voor de spiegel (mooi effect) te zien en te horen met heerlijke easy-listening nummers. In het kantoor van de makelaar klinkt Einaudi; met enige horten en stoten weliswaar, maar een kniesoor die daarop let. De pianist neemt met een vrolijk-verlegen glimlach het applaus in ontvangst.

En dan Satie. In het lichte atelier van Gea Karhof voel ik mij volstromen met die (te) lang vergeten klanken. Jaren geleden hoorde ik deze muziek voor het laatst live, voortgebracht door Reinbert de Leeuw. Ik beloof mezelf ter plekke dat ik de lp weer eens zal opzoeken. Én draaien. (En zo geschiedde)

Dat rondslenteren en hier en daar luisteren is natuurlijk ontzettend leuk, maar we zijn hier ook met een doel.
Dochter M van vriendin H zal, net als twee jaar geleden, zingen bij het pianospel van haar uitstekende begeleider T. Dus we haasten ons naar de kas van de plaatselijke bloemenwinkel. Kun je je een mooiere entourage wensen? Dit keer hoef ik me niet af te vragen of Schumann van kaas houdt. De geur is totaal anders dan twee jaar geleden, toen hen het kaaspakhuis was toegewezen. De liederen die M heeft gekozen, hebben, heel passend, te maken met bloemen, lente, de liefde en de dood. Uiteraard is Schumann aanwezig. Of zij Quilter heeft uitgezocht vanwege de hobby van haar moeder laten we in het midden. Zeker is dat hij een tekst van Shakespeare op muziek heeft gezet die het aanhoren meer dan waard is: Come away, come away, death. En dit gezongen door een jonge vrouw, dat vraagt om kippenvel.

Een kleine ode aan de zangeres zelf. De kas lijkt bijna te klein voor de krachtige, heldere en zuivere klanken die deze frêle vrouw ten gehore brengt. Het applaus is welverdiend. En dat vinden de vinkjes in het kooitje ook.

Gekleurde herinnering

kameleon

Ik kan niet zeggen dat ik dagelijks
Aan kameleons denk
Van die meegaande wezentjes
In elk geval wat hun kleur betreft

Maar nu vandaag
Leggen ze mij in de luren
Hebben ze mij in hun tang

Neef, die bivakkeert in verre streken
Stuurt een foto van zijn uitzicht:
’s Morgens vroeg in de groene boom
Voor het slaapkamerraam
Een zo mogelijk nog groenere kameleon

Ik sla de krant open en lees
Een gedicht van Tranströmer
-Nobelprijswinnaar
toch niet de eerste de beste-
Over een vroege junimorgen en
Herinneringen als perfecte kameleons

Toeval, zegt men dan
Ik waag het te betwijfelen
Anderen noemen het the flow

Hoe je er ook over denkt

Ik vind het knap dat zo’n klein beestje
Mij de hele dag in zijn greep heeft

Bijna verschiet ik van kleur