Het was zo’n dag die opstijgt uit de kou van de nacht en die zich langzaam ontvouwt tot een zomerse heerlijkheid met zon en een windje, geuren van vlierbloesem en hondsroos, een strakblauwe lucht, die om schapenwolkjes vraagt. Afgelopen woensdag genoot ik ervan.
Nadat de kapster had geconstateerd dat mijn haar wel heel hard was gegroeid en nu eindelijk echt grijzer begon te worden, toog ze aan het werk met wassen, knippen en föhnen. Onderwijl werd ik getrakteerd op de verhalen over haar bijna tweejarige zoontje en de vakantieplannen. Met een fris en vol hoofd vertrok ik voor de volgende missie.
Een half uurtje fietsen naar een rustiek gedeelte van Zaandam -om een boek op te halen dat mijn oudste kleinzoon via Marktplaats had besteld- was voldoende om de overbodige informatie van die ochtend weer kwijt te raken.
Nu naar huis? Geen denken aan. Langs de zonovergoten dijk rijd ik naar Westzaan.
Het dorp strekt zich aan weerskanten van de weg als een lang lint uit. Prachtige oude boerderijen, kleine bedrijfjes, grappige huizen, een school. De Doopsgezinde Vermaning, die mooie oude kerk, schemert tussen de linden door. Af en toe een doorkijkje met zicht op de weilanden en slootjes. Idyllisch landschap.
Altijd wanneer ik daar fiets, zie ik het leven voor me zoals het in het begin van de twintigste eeuw moet zijn geweest. Ik stel me mijn opa voor met zijn timmerbedrijf. En oma die de hoge ramen met een ragebol te lijf gaat. Maar wanneer er een vrachtwagen langs dendert, wordt die droom ruw verstoord.
Vandaag zie ik voor het eerst de foeilelijke huizen van het nieuwbouwwijkje, dat als een puist aan het dorp is vast gebouwd, qua kleur en stijl totaal niet in het geheel passend. Waarom is hier toestemming voor gegeven? Heeft er iemand bij de gemeente zitten slapen?
Op plaatsen waar je het niet zou verwachten worden er stapels Zaanse huisjes neergezet en op plaatsen waar je dát juist zou verwachten, wordt er maar wat aangeknoeid. Ik fiets er snel langs, maar dat neemt niet weg, dat de met lichtgrijze plastic “planken” beklede huizen op mijn netvlies zijn opgeslagen. Je zult hier maar tegenover wonen.
Snel verder. Een bordje langs de weg: Rustpunt. Ik ben er al bijna voorbij, als ik denk: RUSTpunt. Dus afstappen en een kopje koffie drinken.
Binnen doe ik mijn bestelling. Op het bankje buiten zit een echtpaar. Uit Groningen, blijkt al gauw, want het wordt gewoon aanschuiven. “Pas op hoor”, zegt de vrouw, “er zit katje-lijm op de bank. Eigenlijk zeggen wij: katje-liem. Hoe noemen ze dat hier?” Ik kijk. Hars noemen wij dat. Haar mans broek zit al onder, dus hij moet eraan geloven wanneer ze van de boerin een fles wasbenzine en een doekje krijgt aangereikt. In het winkeltje koop ik een stuk boerenkaas. Een groet en verder maar weer.
Idyllisch landschap? Als je goed kijkt is er van alles te zien wat er niet hoort. “De nieuwe tijd, net wat u zegt”. Je kunt er best omheen of langs kijken, maar het is wel de realiteit.
Ik doe mijn beklag bij drie jonge koeien, pinken denk ik; ze zijn zo nieuwsgierig. Wel hebben ze van die vreselijke oorbellen, maar hoorns hebben ze ook. En dat doet me genoegen.
We maken een praatje. Dat wil zeggen, ik praat en zij geven af en toe antwoord. Er wordt veel gesnoven, natte neuzen komen over het hek, er wordt gepiest en gepoept en vooral heel geïnteresseerd gekeken. En jaloers gereageerd op mijn belangstelling voor de ander. “Pas op, ze bijten!”, roept een tandeloze boer met een vette grijns. Ik grijns terug.
Een mooie oude kreet op een bordje bij het Relkepad, dat naar de molen Het Prinsenhof voert: 6 minuten gaans. Wie zegt zoiets nou nog. Maar alleen zo kun je kort maar krachtig duidelijk maken, dat je zes minuten door het weiland moet banjeren, langs een slootje met kwakende kikkers, een maaiende boer en (weer) nieuwsgierige koeien om bij de molen uit te komen.
Bruidsparen maken wel van de mogelijkheid gebruik om daar hun feest te vieren. Wat vooral leuk is voor gasten op naaldhakken en voor hen die zijn vergeten een zaklamp mee te nemen voor de terugweg in het pikkedonker.
De rest van het tochtje trap ik stevig door. Ik stap alleen nog even af om een rietorchis te fotograferen. En die prachtig tere bloempjes van de smalle weegbree.
Dan ben ik weer thuis en eet een boterham met heerlijke Stolwijker kaas.
Mooie dag en mooi beschreven!
Dank je. Een heerlijke ochtend, inderdaad.
Hihihi…wat een mooi verslag/beklag… voor het klagen met de koeien… je bent niet de enige die dat doet! 😉 🙂
Ongebreideld zeuren en mopperen, dat kunnen ze heel goed hebben, die dames met hun zachte neuzen. En ik word er erg vrolijk van. Jij kent het! Dat doet me plezier 🙂
Mij ook. 🙂
Genoten, Vooral de eerste zin is pure poëzie
Dank, EJW!
Lekker ontspannen in een mooi gebied. Fijn. En die nieuwe huizen: nee, de gemeente slaapt niet, de gemeente incasseert bouwleges. En (nog een ‘en’) ik weet niet wat er misgegaan is met ons collectief gevoel voor wat mooie huizen zijn. De referentie aan de dertiger jaren van de vorige eeuw belooft wat dit betreft niet veel goeds.
Fiets, wandel en heb plezier!
Ja, er zit iets volkomen scheef. Daar moeten we dan maar een beetje omheen loeren. Er valt ook gelukkig nog veel moois te zien.
Ik heb genoten van je verslag.
Leuk dat je er even was, Marja!
Ik had wel náást je willen fietsen, maar je kunt het gelukkig zó mooi beschrijven dat ik in ieder wél het gevoel heb dat ik naast je fiets!
Het was gezellig dat je mee was, Riet!
Wat een heerlijk beeldverhaal door die prachtige Zaanstreek. Ik heb in Zaandijk en Zaandam gewerkt in de jaren zeventig, toen er nog wat minder idioot gebouwd werd dan wat ik hier zie op die foto met die op elkaar gekwakte Zaanse huisjes. Stelletje bezopen architecten 😦
Wij kwamen hier in de jaren tachtig. Toen begon het al met dat rare gebouw: De Bannehof…. Zaanstad wil graag voorop lopen in de vaart der volkeren. Je ziet waar het toe leidt. Het centrum wordt ook niet drukker bezocht dan toen de gracht nog was gedempt. Dus.
Dus ja 🙂 Ik ben blij dat ik in het wat ‘bekrompener’ (wordt een steeds waardevoller woord voor mij) Drenthe terecht ben gekomen. Hier in Dwingeloo is bijna alles gebleven zoals het was. Een lust voor het oog. Dus.
Heerlijk fietstochtje
Prachtige streek precies…Behalve hier en daar die lelijke bouwtoestanden. Maar ja, over het algemeen ziet het er toch prachtig uit vind ik.
Als je goed kijkt is er nog genoeg moois te zien. Bovendien heb ik een goed werkende blinde vlek 🙂
Prachtig, die eerste zin. Maar ook van de rest van het blogje heb ik genoten. Je mag van mij wel wat vaker uit fietsen… 😉
Niet al mijn fietstochtjes zijn het beschrijven waard….
Gezellige fietstocht was dat Corja! Ja, ik ken dat gebouw, kijk er ook wel eens met verbazing naar. Het probleem is dat al die architecten ‘vernieuwend’ willen zijn en dan krijg je dit soort vreemde bouwsels. Jammer. Dat ‘vernieuwende’ hoeft voor mij niet zo, er was niks met de mooie, oude bouwstijl (lees: Heren- Prinsen- of Keizersgracht stijl!) maar ja, dat is tegenwoordig onbetaalbaar zeggen ze. Jammer.
Mooie bouwstijl waar het nieuwe niet bijpast noch thuishoort.
Mij spreekt die streek wel aan net als het oude Giethoorn, dan denk ik wat een genot om er te mogen wonen. Limburg is ook mooi dat wil ik niet afdoen, echter combinatie, water en landschappen kunnen wij niet zó aan tippen 😊
Ik ken Limburg te weinig, maar wat ik ervan heb gezien vond ik heel mooi. Ik moet er zeker weer eens naartoe, dat glooiende landschap. Prachtig!
Zo zie je maar iedere streek heeft zijn charmes 😊
Moet je nagaan wat er allemaal te beleven valt op zo’n relatief korte fietstocht! Maar dan moet je daar beslist wel oog voor hebben. Als beeldend kunstenaar spreekt mij dat laatste natuurlijk wel aan.
Ja, dat kan ik me voorstellen. Jij hebt natuurlijk al je zintuigen op scherp.
Maar als je goed kijkt is er ook op een vierkante meter wel wat te beleven: hommels die gaten boren in de akelei, die verdwijnen in de bloemen van de digitalis en hun aanwezigheid verraden door hun luide gezoem, die over het sint-janskruid banjeren met enorme klonten stuifmeel aan hun pootjes… Kortom, het was aangenaam ontbijten in de tuin.
Wat een heerlijk tochtje! 🙂
En het zinnetje hiervoor, uit “In een rijtuigie” (: …”Hij ging scheef bij ieder bochie”) kwam direct boven drijven. Vandaag is het weer zo’n dag.
Boeiende foto’s ook. Heerlijk!
dat is een mooie tocht geweest.
Ik heb me laten vertellen dat koeien al gekweekt worden zonder hoorns, eerder moesten ze die er nog afzagen!
Ja, wat idioot hè, hoorns afzagen. Maar dat koeien hoornloos gekweekt kunnen worden, vind ik ook niet zo’n fijne gedachte. Na de pitloze druiven, de rechte komkommer en de smaaktomaat. Waar moet het heen met de wereld?
Als je 130 koeien hebt dan is het niet idioot, want ze kunnen elkaar verwonden.De tijd van keuterboeren ligt achter ons, dat kan niet meer uit, die worden weggeconcureerd. Maar ook toen met 10 koeien konden ze elkaar verwonden, weet ik uit ervaring.
We kunnen ook al vroegtijdig gehandicapte foetussen verwijderen.
De natuur zijn gang laten gaan kan niet meer in deze tijd, maar dat hindert niets, pitloze druiven zijn een stuk handiger te eten, en een rechte komkommer is makkelijker in de koelkast op te bergen.
Alleen de vierkante tomaat heeft het nooit gehaald!