Ich liebe dich…..

– Een wintervertelling –

winter

Het is de vrijdag voor kerst, 1963. In de schuur hangen twee gevilde hazen. Mijn vader heeft ze gekregen van een dankbare klant. Ze moeten versterven; alsof ze nog niet dood genoeg zijn. Ik ben blij dat het vakantie is en dat er een dikke laag sneeuw ligt. Mijn fiets heb ik daarom niet nodig en dus kan ik het aanschouwen van de lijkjes tot een minimum beperken. De moesappels die ik voor mijn moeder moet pakken graai ik zonder op of om te kijken uit de kist.

Zaterdag wordt het menens: de diertjes moeten de pan in. Ik wil die penetrante geur ontvluchten. Een schoolvriendje woont een paar straten verderop. We kunnen Elvis-platen draaien en kletsen over muziek, school en de Achterhoek, waar hij vandaan komt en nog steeds naar verlangt.

Voor mijn verjaardag heb ik een zachte, witte wollen sjaal en muts gekregen. Mooi bij de antracietgrijze winterjas die mijn moeder zelf heeft gemaakt. De sneeuw knerpt onder mijn nieuwe winterlaarzen. De kou dringt overal doorheen; nog nooit heb ik zo’n strenge winter meegemaakt.

Wout zit op een stoel bij het raam met de Muziek Expres. Ik tik op de ruit, hij grijnst. Als hij de voordeur open doet, ruik ik het al. Ik had het kunnen weten: onze vaders zijn collega’s en dus staat er bij hen in de keuken ook een pan met hazen te sudderen. “Dat probeer ik nu net te ontvluchten, die stank. Bij jullie is het even erg als bij ons.” “Kom”, zegt hij, “ik moet ‘De Open Deur’ nog rondbrengen. Kunnen we samen doen.” Hij propt een stapeltje tijdschriften in een tas en daar gaan we. Volgens het adressenlijstje werken we het klusje snel af. Daarna slenteren we door de invallende schemering het dorp uit.

In de verte zien we de eeuwige vlam van Pernis, het licht van de Rotterdamse haven. Er hangt de olieachtige geur die we zo goed kennen. De rivier is dichtgevroren. Zullen we? We kunnen makkelijk oversteken naar De Beerenplaat. We lopen een klein stukje. Maar eenmaal uit het licht van de straatlantaarns, in het pikkedonker, vinden we het toch te link. Bovendien wordt het straks hoog water, dan kunnen we misschien niet meer terug.

We zijn bijna thuis. Wout slaat zijn arm om me heen. Wat onwennig doe ik het ook bij hem. Een voorzichtige kus. Mijn eerste. En de eerste liefdesverklaring: “Ich liebe dich…… Wie Apfelmus.”

24 gedachten over “Ich liebe dich…..

  1. je hebt het wéér voor elkaar met je sfeervolle verhaal, je zet me terug in het verleden. Nog zo’n 15 jaar eerder en ik mag al alleen naar de lagere school lopen die een paar straten verderop ligt. Ik passeer een poelier waar van een paard en wagen kratten worden afgeladen waarin kippen luid kakelend op elkaar gepakt zitten. De andere dag (misschien was het wel 2 dagen later) hangen in de winkel van de poelier aan haken allemaal “kale kippen” ondersteboven aan een rij haken…. sommige kinderen komen bij de poelier om een “kippenpootje” vragen waarmee ze andere kinderen de stuipen op het lijf willen jagen door aan de huid van het pootje te trekken waardoor de tenen gaan bewegen…….. nee ik eet geén kip, stik hypocriet natuurlijk, maar tóch, én geen konijn want die hingen er óók regelmatig in de etalage!

      • Heb ik é en overwogen omdat me realiseerde dát ik bijna een logje zat te schrijven;-) maar m’n kruit nu dus al verschoten al zat er óók nog een puntje in dat me naar een héél dierbare herinnering terug bracht…. dat “ich liebe dich” in combinatie met 16 oktober een paar jaar eerder, nee, ik denk niet dat dát een logje gaat worden;-)

  2. Wat een mooi verhaal. Wij hadden vroeger altijd konijnen voor de kerstmis die werden opgefokt maar we aten ze gelukkig nooit zelf. Mijn vader was daar veel te week voor haha.

  3. Prachtig verhaal! Je eerste liefde en de eerste kus vergeet je nooit. Jammer van die hazen, die hebben toch ook recht op een beetje liefde, zeker met de feestdagen. De muziek Express kocht ik ook samen met de Teenbeat en de Hitweek. Rappers bestonden nog niet, wat een heerlijke tijd.

  4. Heerlijk verhaal, in alle opzichten. Ik heb in mijn jeugd een keer haas gegeten, en aspergesoep vooraf. Mijn eerste ervaring met ‘Anders’ eten. Ik vond het vreselijk vies.
    Inmiddels heb ik het leren eten, gelukkig maar.

    • Ik moest er een stukje van eten. Ik vond het smerig, maar dat mocht je in die tijd natuurlijk niet zeggen. Bovendien zaten er ook nog eens allemaal korreltjes hagel in. Ik hou van hazen, buiten in het vrije veld, met de oren alert opgericht. Een echte vleeseter ben ik nooit geworden. 🙂

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s