De reis verloopt zonder problemen. Zo ver is het ook niet, van Den Haag naar Leiden met de trein. Het laatste stuk met de bus is vervelend. Ze voelt zich bij het instappen al misselijk. Haar broer gaat snel op de lege bank achterin zitten. Ze wil niet voor hem onderdoen en als hij haar roept, gaat ze snel naar achteren. Ze voelt zich trots dat ze het gehobbel weer weet te trotseren.
Ze kijkt uit naar het bezoek en tegelijkertijd wil ze wel weer hollend naar huis. Maar er is geen ontkomen aan. Het is oma’s verjaardag. De eerste verjaardag na opa’s dood. Ze is bang dat de tantes gaan huilen. Of, nog erger, de ooms. Toen het bericht kwam van het vreselijke ongeluk, een paar maanden geleden, had ze haar vader voor het eerst zien huilen. Ze vond het eng, terwijl ze het ook heel goed begreep.
Ze zijn er. Het is nog maar een klein stukje lopen. Haar keel zit dichtgeschroefd, ze slikt. Ze kucht en schraapt. Zo raar als ze straks alleen maar een piepend geluidje laat horen. Er is geen weg meer terug. Ze moet zich kranig houden, zoals haar andere oma altijd zegt. En dat zal ze doen. Ze haalt diep adem. Ze is twaalf, ze kan het. Dit moet een goede dag worden. Voor haar oma, voor haar vader, voor haarzelf.
Het hekje piept een beetje nu opa het niet meer smeert. Het grind knerst. Gewoon, net als altijd. Roze cyclamens in de vensterbank. De groen geverfde voordeur. Ze zijn er. Hoewel iedereen hen al heeft zien aankomen, wil haar broer toch bellen. Een flinke ruk aan de trekbel. Met een grote grijns kijkt hij haar aan. Tante Rie doet de deur open. In de gang hangt de uitgesproken geur die ze zo goed kent. Die is van de oude brugwachterswoning meeverhuisd, lijkt het wel. Zeil, boenwas, petroleum en vaag nog de geur van de stroopwafels en de borstplaat die oma zelf heeft gemaakt. Aan de kleine kapstok met het spiegeltje in het midden hangen niet veel jassen; het is een mooie zonnige dag. Zij hangen alle vijf hun zomerjas op. Het spiegeltje is niet meer te zien.
Het is vol in de kamer. Iedereen is er. De koffie geurt. Ze hoort vooral het tinkelende geluid van de lepeltjes die hun rondjes draaien in de kopjes. Iedereen een zoen. De ooms maken een grapje, zoals altijd. Dat is gelukkig nog hetzelfde. De tantes bewonderen haar nieuwe jurk: heeft mama die gemaakt? Ook dat is niet veranderd. De stemmen komen van ver. Het is net of haar hoofd vol watten zit. Alles klinkt dof. Ze kijkt de kring rond. De afstand tussen haar en de familie lijkt wel op zijn minst een kilometer. Ze is er, en ze is er niet. Ze observeert de situatie. Die enorme afstand kan ze met geen mogelijkheid overbruggen. Daar is oma, heel klein in de verte. Zal ze schreeuwen? Gefeliciteerd, oma! Hier is de tekening die ik voor u heb gemaakt!
Iemand neemt haar handen in de hare. Ze kijkt naar het gezicht dat steeds dichterbij komt. Ze kan weer focussen. Kleine haartjes op de kin. Rimpeltjes rond de ogen. Het ronde brilletje. De lieve glimlach. “Had je een mooie tekening voor me gemaakt?” Langzamerhand komt ze terug in de kleine kamer. Geroezemoes vult de ruimte. Er klinkt een gierend gelach. Opa is dood, denkt ze, en iedereen lacht. Ze voelt zich verdrietig, maar ook opgelucht. “Kom kind”, zegt oma, “in de keuken staan nog stroopwafels. Gisteren gebakken. Neem er maar eentje mee naar de tuin. De nichtjes zijn op de bleek. Ze wachten op je.”
Mooi zoals je ’t vanuit het kind hebt geschreven!
Zo heb ik het ook ervaren. Terwijl ik het schreef, weer…..
Ontroerend, en zo goed navolgbaar beschreven wat het meisje ervaart. Het mooiste moment vind ik hoe oma haar weet terug te halen!
Oma’s kunnen dat!
Ontroerend mooi geschreven. Bij de bleek komt er een stuk verleden naar voren.Eerst de witte lakens vanuit het bleekwater op de bleek later nog een keer met schoon water besproeien met de gieter en weer drogen.
Groetjes,Ria
Bij mijn oma gingen de lakens niet met bleekwater de bleek op, maar net uit het hete sop. Na een uurtje in de zon waren ze mooi gebleekt en werden ze gespoeld, door de wringer gehaald en opgehangen aan een lijn, waar een gevorkte stok onder werd gezet, zodat die grote lappen niet over de grond sleepten. Heb je het plaatje? 🙂 Groetjes!
Ik heb m’n adem ingehouden toen ik op m’n tenen achter je aan je liep!
O, was jij dat? 🙂
Prachtig verwoord. Heerlijk om te lezen.
Wat een prachtig klein verhaal.
Dank je, Narda!
Mooi geschreven je hebt de sfeer goed verwoord.
Dank je, EJW.
En iedereen lacht…
volwassen worden gebeurt traag en in kleine stapjes
men ontdekt indrukken
die een stempel drukken
een mix van leven en dood tussen tranen en grapjes
PRACHTIG, Corja!
Lenjef
Zo is het echt, Lenjef. Je hebt het weer wonderschoon verwoord!
Mooi! Ach, en extra ontroerend voor mij… Leiden… mijn geboortestad.
Ook die van mij… Ik móét er elk jaar een keer naartoe….
Wat voelde Oma haar goed aan zeg. En wat een inlevend kind.
Groetjes Laura
Oma was een schat!
Tastbaar!
Bijna…
zo mooi
Dank je, Willy.
He Corja, ik wist wel dat je mooi kon schrijven, maar zo mooi had ik niet gedacht. Wanneer verschijnt je eerste famillie roman, ik ga er op letten,
Dank je wel, Mar en Lia. Als jullie anekdotes aanleveren, wil ik wel kijken wat ik ermee kan doen 🙂 Er staan trouwens nog wel meer familieverhalen op dit blog.