Plato’s Grot

grotEindelijk was het zover. Hier had ze jaren naartoe geleefd. Zorgvuldig drapeerde Jade het olijfkleurige gewaad om haar ranke lichaam. De felrode sjaal wikkelde ze drie maal om haar middel. Alles volgens de regels. De oude geschriften lieten er geen twijfel over bestaan; één verkeerde handeling en het hele ritueel was waardeloos. Dan waren al die uren van intensieve voorbereiding voor niets geweest. Nee, ze moest goed opletten wat ze deed. Het amulet, dat ze zelf had gesneden uit een hertendijbeen, hing aan een zwart lint tussen haar borsten. Vlak bij haar hart. Aan haar linkerhand glinsterde de gouden ring met smaragd. Ze schopte haar schoenen uit.

Ze ademde diep. In de donkere grot geurde het naar vochtige aarde. Ze moest er niet aan toegeven, maar het leek of een knellende band zich rond haar borstkas sloot. Ze rechtte haar rug. Ze was nu zover gekomen, ze moest zich niet van de wijs laten brengen. Over een uurtje was haar inwijding een feit. Dan zou ze haar gewaad mogen vervangen door een hagelwit exemplaar, de rode sjaal door een eigenhandig met donkerpaarse violen geborduurde ceintuur.

Ze blies de kaarsen uit. Nu kwam het op haar intuïtie aan. Ze drukte de amulet tegen haar borst. Haar rechterhand reikte naar de wand. Ze kende de hermetische tekst uit haar hoofd en reciteerde de oude woorden terwijl ze voetje voor voetje door de donkere gangen schuifelde. Druppels vielen op haar donkere haar. Als een doop. Ze waadde tot haar knieën door ijskoud water. Ze gaf niet op. Haar stem klonk hol en weerkaatste in de ruimte.

Plotseling was het er, een vuurtje, in de verte. Knipperend tegen het licht herhaalde zij fluisterend de laatste bezwerende woorden.
Toen zag ze hem. De man die deze idiote uitdaging had bedacht:

“Plato! Ik heb het gered!”

——————————————————————————————————————-
Dit is een verhaal in de categorie WE-300 (voor meer verhalen klik op de link), een schrijfuitdaging van Plato: schrijf een verhaal van 300 woorden, waarin het sleutelwoord niet mag worden genoemd. Deze keer was het verboden woord: ontgroenen.
Meer lezen of zelf meedoen? Ga naar https://platoonline.wordpress.com/

Zij wonen in Zweden

Ruby

Door het overdadige groen in mijn voortuin zie ik het zachte metallic blauw schemeren van een Fiat. De buren zijn thuis, denk ik. En direct weet ik dat er iets niet klopt; dat lichtblauwe koekblik hadden ze een paar jaar geleden al ingeruild voor een dito zwarte. En hun laatste vervoermiddel was een zilverkleurig busje. Maar er is meer niet juist in mijn constatering. Misschien zijn de buren thuis, maar niet hier. En het is nog maar de vraag of ze ‘daar’ nog altijd buren zijn.

De wens is de vader van de gedachte; ‘mijn’ buren wonen namelijk sinds kort in Zweden. Daar waar rust en ruimte is. Daar waar je sneeuw op de bergen ziet. Daar waar natuur nog gewoon natuur is. Daar waar buren kilometers van elkaar af wonen. Een aantal weken geleden is eindelijk hun Grote Plan verwezenlijkt. Hun vakanties in Zweden zetten een enorm raderwerk in beweging. Wat raakten zij verslingerd aan dat land. Over één nacht ijs was natuurlijk geen optie. En zo leerden zij de taal, hielden zich bezig met de cultuur en levenswijze, gingen nóg weer eens op vakantie. Stonden al tijden met een been in het vaderland, maar met het andere en met al meer dan het halve hart in het land van hun dromen. Uiteindelijk viel de definitieve beslissing: we gaan naar Zweden. Voorgoed.

De tijd van plannen maken werd afgesloten en de realisatie van het nieuwe leven werd een feit. Stapje voor stap werd alles in gereedheid gebracht. Het grootste obstakel was de verkoop van het huis. Tot drie keer toe werd er een poging gewaagd. En ja, de markt trok aan en plotseling was het zover: het huis werd verkocht en de nieuwe toekomst lag aan hun voeten.

Dit overpeins ik in die paar seconden dat ik de blauwe auto zie staan. Met weemoed denk ik terug aan de weken die we bezig waren met het vervangen van de wrakke schutting. Niks kant-en-klare schotten, zelf bouwen! Nog steeds kijk ik met veel genoegen naar dit staaltje van gezamenlijke klusvlijt. Verder leefden we rustig naast elkaar, overliepen elkaar niet. We wisten wat we aan elkaar hadden.

En zo kwam dan toch ineens de dag van het afscheid. Het busje stampvol afgeladen. De hond nog één keer het vertrouwde rondje. En daar gingen ze. Ik slikte een brok weg. Alle goeds, mensen!

O, wat gun ik hun het nieuwe bestaan. Maar wat vind ik het toch nog steeds jammer om ze niet meer te zien. En wat is het vreemd om alle vertrouwde geluiden te missen. Die zijn vervangen door geschuur, geboor, geroep en gebonk.
De nieuwe buren beginnen aan hun nieuwe toekomst.

——————————————————————————————————————-

De wederwaardigheden van de ‘oude buren’ zijn te volgen op hun blog: https://wijwoneninzweden.wordpress.com/

Moedertje Wolga

DSC03190

Flaneren langs de Wolga. Op een zwoele lenteavond. Vriendin H en ik hadden een jaar geleden niet kunnen denken dat dat er nog eens van zou komen. Maar nu zijn we hier toch echt. De enige dissonant zijn de wolken muggen, die we moeilijk van ons af kunnen houden. Maar verder is het heerlijk. De geur van water, niet specifiek, maar je weet het gewoon, zo ruikt het als er water in de buurt is. Alles klinkt ook anders; water weerkaatst alle geluiden en lijkt ze tegelijkertijd enigszins te dempen. Het voelt goed. Het voelt geweldig! Heel anders dan een wandelingetje langs de ons zo welbekende Zaan.

Waar wij nu zijn, in Tver (zeg Tveer), ontspringt de Wolga en vanaf hier zal zij met haar lengte van ruim 3600 km door Rusland stromen tot aan de Kaspische Zee. Moedertje Wolga. Op haar breedst is de rivier 26 km. Hier niet. We kunnen de overkant makkelijk zien.

De schemering valt en de lucht kleurt roze. Het wateroppervlak kleurt van grijs naar donkerblauw tot zwart. Lichtjes weerspiegelen. Gouden koepels, tussen het groen aan de overkant, trekken de aandacht. Sprookjesachtig mooi is het hier. Voor het echt donker wordt, lopen we terug naar het centrum. Bij dit geluksgevoel hoort een glaasje wodka. We slaan dat niet in een keer achterover, we zijn tenslotte geen volleerde Russen; nippend mijmeren we nog wat na. Wat goed dat we hier zijn. En hopelijk niet voor het laatst.

DSC03211

In de ochtend ziet de rivier er weer heel anders uit. Alsof ze met frisse moed aan de nieuwe dag begint. Waar de zon de golfjes beschijnt, glinstert het water zilverachtig. Vanaf de oever hebben we uitzicht op de oudste ijzeren brug over de Wolga, even verderop. Een magische plek. Je kunt afdalen tot vlak bij het water. Dan komt het erop aan je evenwicht goed te bewaren als je op de wiebelige steenblokken stapt en je handen in het Wolgawater wast. Zo weet je zeker dat je eens terug zult komen.

Waren we de vorige reis al opgetogen dat we de Moskva zagen, in grijs regenweer, dat we nu de grootste Russische rivier hebben uitgedaagd voor onze terugkeer te zorgen, stemt ons helemaal tevreden.

Wolgaslepers

Een paar dagen later zien we in Het Russisch Museum in Sint Petersburg het indrukwekkende schilderij van Ilja Repin: De Wolgaslepers. Het keiharde leven, niks romantiek.

Maar voor ons is de cirkel rond.

——————————————————————————————————————-

Blog over dezelfde reis, ook met SRC-reizen; klik op de link: https://ajroc.wordpress.com/2016/06/07/to-russia-with-love/

Lees ook: Красная ПлощадьЖ https://wp.me/p36K0e-Wm

Ontmoedigend Overweldigend: https://wp.me/p36K0e-Ih

Neva-Kleurig: https://wp.me/p36K0e-Xb

Trojka: https://wp.me/s36K0e-trojka

De lokroep

rattenvangerElke middag als het huis aan kant was, de geit gemolken, het avondeten voorbereid, zette de oude vrouw zich aan het raam. Ze nam haar verstelwerk op schoot, en terwijl sokken, hemden en onderrokken door haar vaardige handen gingen, tuurde ze van tijd tot tijd met droeve ogen naar buiten. Daar in de verte lagen de donkere bergen. Zou haar dochter?…. Hoe lang was het nu geleden dat de kleine Ida verdween? Ze kon zich niet voorstellen dat na al die jaren het wonder nog zou gebeuren, maar ze probeerde de moed niet te verliezen. Elke zondag brandde ze een kaarsje en altijd maakte haar dochter deel uit van haar gebed.

Ida, met haar zachte blonde haar, de helblauwe ogen. Ze was het mooiste kind dat ze ooit had gezien. Haar vier andere kinderen waren kort na de geboorte gestorven, maar Ida was sterk en overleefde kinkhoest en geelzucht. Ida was een wonderkind. Zeven jaar was ze geworden; na die zomer van lang geleden zou ze naar school gaan.

Af en toe riep ze zichzelf tot de orde. Ze was niet de enige; er waren in deze stad meer ouders die hun kind moesten missen. Maar ieder hield zijn verdriet voor zich. Het harde dagelijkse leven had de volle aandacht nodig. Er was geen tijd om terug te kijken.

Haar ogen vulden zich met tranen, terwijl een oude melodie in haar herinnering terug kwam. Ze probeerde te neuriën, als een soort van bezwering. Zou het haar kind terugbrengen?
Ze wist dat er geen hoop meer was. Het was voorbij. Had die rare snuiter zijn geld maar gekregen, nadat hij zijn werk had gedaan en de stad van de rattenplaag had verlost.

Ze sloot haar moede ogen en hoorde in gedachten de lokroep van de zilveren fluit. “Wacht, kleine Ida, ik kom…..”

——————————————————————————————————————-

Dit is een verhaal in de categorie WE-300 (voor meer verhalen klik op de link), een schrijfuitdaging van Plato: schrijf een verhaal van 300 woorden, waarin het sleutelwoord niet mag worden genoemd. Deze keer was het verboden woord: musiceren.
Meer lezen of zelf meedoen? Ga naar https://platoonline.wordpress.com/

To Russia, with love.

Matroesjka

Gepikt en gedreven; de reis naar Rusland kan beginnen. Aan alles is gedacht: van ondergoed tot visum, van diarreeremmer tot extra sd-kaart voor de camera. Opmerkingen hebben we zo goed mogelijk gepareerd: ga je naar dat land van Poetin? Ja, wij gaan naar ‘dat land van Poetin’. Dat land heeft namelijk ons hart gestolen en onze tweede reis naar Rusland wordt een schitterende aanvulling op de eerste, verwachten wij.

En die verwachtingen worden niet beschaamd. Integendeel. Moskou is nog zoals het was. Moskou is zoals Moskou moet zijn. De gouden koepels tegenover de strakke architectonische hoogstandjes. De drukke tienbaanswegen tegenover de rustige achterafstraatjes. De dichtbevolkte, levendige binnenstad tegenover de stille parken. Maar het is vooral Moskou. De stad sluit om ons heen als een goedzittende warme mantel. We voelen ons thuis.
De laatste avond in deze fascinerende stad brengen we door op en rond het Rode Plein, waar we in de vallende schemering opgaan in het geroezemoes van de Moskovieten die hier, in paren rondslenterend, het weekend afsluiten. De nieuwe werkweek is in zicht.

rode plein

Dan volgt de geplande, wonderbaarlijke, schitterende reis over het Russische platteland langs de Gouden Ring -die meer dan genoeg stof oplevert voor nog een aantal blogs- waarna we aankomen in Sint Petersburg. Overvol opgedane indrukken belanden we nu in een totaal andere wereld.

Wat een omschakeling! We willen de rust, de stilte, de schoonheid nog even vasthouden. Maar er is geen houden aan. De magie van Sint Petersburg doet haar werk er we stromen mee in het bruisende leven. Verkeer, lawaai, mensen. Vooral mensen.

Moskou, een van oudsher gegroeide en nog steeds groeiende stad. Sint Petersburg, gepland en gebouwd volgens een vooropgezet plan. Beide steden mooi, authentiek, ruim, bijzonder, aantrekkelijk, boeiend, verrassend, maar vooral verslavend. Hier wil je zijn, zien, horen, ervaren, ademen, lopen, en altijd weer terugkomen.

En dan: “De Rus”. Een wonderlijk volk. In Moskou zien alle mannen eruit of ze Boris heten; Sint Petersburg lijkt vooral bevolkt door de Igors. De vrouwen hier zijn de Natalja’s; in Moskou de Irina’s. En overal is drukte, is activiteit, beweging. Men is onderweg. Óf men rijdt rond in dikke, dure auto’s van en naar Belangrijke Bijeenkomsten, óf men schommelt over straat met een schamel tasje met boodschappen, óf men slentert en flaneert mooi aangekleed, heerlijk geurend en vaak gebotoxt over de Arbat in Moskou of de Nevskij in Petersburg.

In functie is de Rus streng en zich van zijn plicht bewust. Controle bij de winkeldeur: heb jij je aankopen wel eerlijk afgerekend en zit het bonnetje in je tas? Op het vliegveld: lijk jij wel op de foto in je paspoort? Heb je echt al je spullen op de controleband gelegd? Ja, ook het fototoestel dat je in je hand houdt! In de kerk: uh-uh-uh, géén foto’s maken! De Russische blikken kunnen echt heel streng zijn! En dan doe je met opgewekte tegenzin wat er van je wordt verwacht.

Maar, o, wat zijn er in de normale omgang toch een aardige mensen. Oude vrouwtjes (met die plastic tasjes met boodschappen) leggen met handen en voeten uit waar je het woonhuis van Dostojewski kunt vinden. Vrolijke jongens maken je in hun beste Engels duidelijk welke smakelijke broodjes zij je het liefst serveren bij de heerlijke koffie Americano die ze je net hebben voorgezet. De aardige dame van het winkeltje in het museum legt met liefde uit waar de uitgang is. Een lief, grijs omaatje, dat de rol van suppoost vervult, verkondigt trots met een breed gebaar dat alles wat er in ‘haar’ zaal hangt prachtig is. Hetgeen wij van harte beamen.

Het is ook weer goed om thuis te zijn. Het geeft de mogelijkheid om nog eens te vertrekken naar dat bijzondere en prachtige land. Naar mijn lievelingsstad Moskou. En daarna naar Sint Petersburg.

Een heerlijk vooruitzicht.
With love to Russia..….

——————————————————————————————————————-
Nog een blog over dezelfde reis; klik op de link: https://ajroc.wordpress.com/2016/06/15/moedertje-wolga/

Blog over de vorige reis, naar Moskou en Sint Petersburg.
Klik op de link: https://ajroc.wordpress.com/2015/10/06/ontmoedigend-overweldigend/

Blog over een nieuw boek over de Romanovs.
Klik op de link: https://ajroc.wordpress.com/2016/07/06/de-romanovs-van-montefiore/

Lees ook: Красная Площадь: https://wp.me/p36K0e-Wm

Neva-Kleurig: https://wp.me/p36K0e-Xb

Trojka: https://wp.me/s36K0e-trojka