Als kleine jongen al zocht hij
De boerenwijsheid
Meer vanzelfsprekend
Dan welbewust
Misschien door de weidse weiden
De stromende rivier
De lome blik van de koeien
De noodzaak van het mes
Toen hij vader was
En ons bezwoer dat
Wijsheid met de jaren kwam
Was onbegrip
En soms ook ongeloof zijn deel
Maar door de jaren
Die wij telden
De boeken die hij naliet
Zijn eigen wijze woorden
Zijn berusting
En mildheid later
Besefte ik maar al te goed
Dat hij het gelijk aan zijn kant had
En nu nog steeds
Lichtjaren ver
——————————————————————————————————————-
Hij zou nu 95 jaar geworden zijn.