Gezegend ben je…..

img056Veel lieten ze zich niet aan elkaar gelegen liggen. Ja, ze hadden jaren geleden wel eens een soepje gedeeld. Met zijn stomme kop had hij toen een belofte gedaan die natuurlijk niets waard was. Het kón gewoonweg niet. Nooit had hij er meer aan gedacht. Tot nu.
Broers. Voor wat het waard was. In één gezin geboren, op dezelfde dag. Verschillend als water en vuur. Hij, de oudste, leefde voor de vuist weg. Zijn broer gespitst en gespannen. Jaloers. Op het absurde af. En vroom. Kon dat samengaan?

Daar liep hij. Terug van de jacht. Die god van zijn vader was hem gunstig gezind geweest. Op zijn rug droeg hij een hert. Als hij straks thuiskwam zou hij het braden. Precies zoals zijn vader het graag had. Ze zouden samen eten, en dan… Ach, vader Isaäk. Wat wist hij van de strijd die zijn zoons onuitgesproken uitvochten? Oud was hij. En blind, in alle opzichten. Niets had hij in de gaten. Voelde dat hij spoedig zou sterven en wilde zijn oudste zoon zijn zegen geven.

Hij vond het allemaal best. Zolang het maar geen verplichtingen inhield. Zolang hij zich maar niet met die god hoefde bezig te houden.
Hij verdween in zijn tent en toog aan het werk. Schikte het gebraden vlees met geurige kruiden op een schaal. Tijd om te verkleden had hij niet. Hij was al laat.
“Vader, hier ben ik. Ik heb heerlijk vlees en goede wijn. We eten samen. En zegen mij dan.”

Nooit had hij kunnen denken dat hij door zoiets onbenulligs van zijn stuk zou raken. Wat zijn woorden tenslotte? Woede en verdriet streden om voorrang. Hij wilde zich wreken op de man die hij weg zag vluchten.

Maar terwijl hij met omfloerste blik in de verte staarde, wist hij dat hij dat niet zou doen.

——————————————————————————————————————-

Dit is een verhaal in de categorie WE-300, een schrijfuitdaging van Plato. De bedoeling is dat je een verhaal schrijft van 300 woorden, waarin je het sleutelwoord niet mag noemen. Deze keer was het verboden woord: handelen.
Meer lezen of zelf meedoen? Ga naar https://platoonline.wordpress.com/

Rembrandt uit en thuis

DSC08495

Vrijdagavond brachten vriendin MD en ik een bezoek aan het Rijksmuseum. Bij de ingang onder de traverse werden we bijzonder vriendelijk verwelkomd door een groepje aardige jonge mensen – studenten dachten wij – in zwarte broek en rode blouse. We werden voorzien van een plattegrond en een consumptiebon en naar de garderobe verwezen. Daar stond weer een hele batterij vrolijke jongeren, dit keer in kaki outfit, te azen op onze jassen.
Na de koffie, geserveerd door een bijzonder aardige jonge vrouw in stemmig zwarte kleding, begonnen we ons ware VIP’s te voelen. We hoefden niet zelf de lift te zoeken, die werd ons gewezen. Zelfs het lichtjes optrekken van een wenkbrauw deed al iemand toesnellen met de vraag of wij ergens bij geholpen dienden te worden.

En eindelijk stonden we er. Voor de Nachtwacht. Na al die jaren weer oog in oog met dat kleine meisje. Maar nee, we wilden ons niet voor dit indrukwekkende schuttersstuk laten vereeuwigen door een van de toegesnelde fotografen. Heiligschennis vonden wij. Wat was het heerlijk om zo rustig door de zalen te lopen en al die prachtige werken weer te zien.

Bij de meeste schilderijen stonden (ook weer jonge) medewerkers klaar om vragen te beantwoorden en toelichting te geven. De zeer deskundige technische verhandeling maakte ons veel wijzer en we mochten overal bijna letterlijk met onze neuzen op staan.
“Rembrandt manipuleerde met licht; niet alleen door de heldere, lichte kleuren die hij koos, maar vooral ook door pasteus te schilderen. Dikke plakkaten verf bracht hij op, waarbij hij paletmes en soms zelfs zijn handen gebruikte. Zo spat het licht van het schilderij.”

Alleen bij het verhaal dat de enthousiaste vrouw vertelde over de ‘waarheid’ achter Het Joodse Bruidje had ik mijn twijfels. Deze titel is pas later aan het schilderij gegeven. Oorspronkelijk schilderde Rembrandt een Bijbels thema. Het schilderij zou ooit groter zijn geweest en linksboven was toen een raam te zien met daarachter de farao. Tot zover kon ik daar wel in mee gaan; tenslotte is er ook ooit een stuk van de oorspronkelijke Nachtwacht afgesneden wegens plaatsgebrek. Maar daarna vertelde zij het volgende:
“Eigenlijk zijn hier Izaäk en Rebecca afgebeeld. Izaäk wilde niet dat de koning (de farao dus) wist dat Rebecca en hij getrouwd waren, omdat hij bang was dat hij gedood zou worden, zodat de koning met zijn vrouw zou kunnen trouwen. In het geheim beminden zij elkaar, wat duidelijk te zien is op het schilderij; de blik, de tedere hand op de borst, de hand van de vrouw die de vingers van haar man beroert. En: hoort de vrouw soms iets?”

We bedankten voor de uitleg, maar bij mij begon er gaandeweg iets te knagen. Er klopte iets niet. Dit verhaal kende ik in een andere setting, namelijk wanneer Abram en Sarai, de latere ouders van Izaäk, in Egypte zijn, tijdens een hongersnood in het land Kanaän. Abram wil niet dat Sarai als zijn vrouw wordt gezien, en stelt haar voor als zijn zuster. Het hele verhaal is te lezen in Genesis 12: 10-20. Had de medewerkster zich vergist? Of wist ze niet beter? Toen ik er iets over vroeg, antwoordde ze dat ze niet zo bijbelvast was. Dat hoeft natuurlijk ook niet, maar je moet wel weten waar je het over hebt, wanneer je zo’n enorme tip van de sluier oplicht.

Ik vind het jammer dat tegenwoordig vaak de basiskennis ontbreekt. Er is in de loop der eeuwen zoveel geschilderd naar teksten en figuren uit de bijbel, dat het me noodzakelijk lijkt voor studenten kunstgeschiedenis en medewerkers van musea met oude kunst, om kennis te nemen van de meest gangbare verhalen. Zie het als algemene ontwikkeling. Het is alles zo verweven met onze cultuur.

Maar genoten hebben we, van ons brave en ingetogen uitje. (Weer niet woest en onstuimig, dus) En thuis? Ja toen werd er bij P & W nog uitgebreid gesproken over De Staalmeesters. Een onverwacht interessante afsluiting van een bijzonder geslaagde avond.

Zie ook Hundertwasser uit en thuis: http://wp.me/p36K0e-aE