Moedertje Wolga

DSC03190

Flaneren langs de Wolga. Op een zwoele lenteavond. Vriendin H en ik hadden een jaar geleden niet kunnen denken dat dat er nog eens van zou komen. Maar nu zijn we hier toch echt. De enige dissonant zijn de wolken muggen, die we moeilijk van ons af kunnen houden. Maar verder is het heerlijk. De geur van water, niet specifiek, maar je weet het gewoon, zo ruikt het als er water in de buurt is. Alles klinkt ook anders; water weerkaatst alle geluiden en lijkt ze tegelijkertijd enigszins te dempen. Het voelt goed. Het voelt geweldig! Heel anders dan een wandelingetje langs de ons zo welbekende Zaan.

Waar wij nu zijn, in Tver (zeg Tveer), ontspringt de Wolga en vanaf hier zal zij met haar lengte van ruim 3600 km door Rusland stromen tot aan de Kaspische Zee. Moedertje Wolga. Op haar breedst is de rivier 26 km. Hier niet. We kunnen de overkant makkelijk zien.

De schemering valt en de lucht kleurt roze. Het wateroppervlak kleurt van grijs naar donkerblauw tot zwart. Lichtjes weerspiegelen. Gouden koepels, tussen het groen aan de overkant, trekken de aandacht. Sprookjesachtig mooi is het hier. Voor het echt donker wordt, lopen we terug naar het centrum. Bij dit geluksgevoel hoort een glaasje wodka. We slaan dat niet in een keer achterover, we zijn tenslotte geen volleerde Russen; nippend mijmeren we nog wat na. Wat goed dat we hier zijn. En hopelijk niet voor het laatst.

DSC03211

In de ochtend ziet de rivier er weer heel anders uit. Alsof ze met frisse moed aan de nieuwe dag begint. Waar de zon de golfjes beschijnt, glinstert het water zilverachtig. Vanaf de oever hebben we uitzicht op de oudste ijzeren brug over de Wolga, even verderop. Een magische plek. Je kunt afdalen tot vlak bij het water. Dan komt het erop aan je evenwicht goed te bewaren als je op de wiebelige steenblokken stapt en je handen in het Wolgawater wast. Zo weet je zeker dat je eens terug zult komen.

Waren we de vorige reis al opgetogen dat we de Moskva zagen, in grijs regenweer, dat we nu de grootste Russische rivier hebben uitgedaagd voor onze terugkeer te zorgen, stemt ons helemaal tevreden.

Wolgaslepers

Een paar dagen later zien we in Het Russisch Museum in Sint Petersburg het indrukwekkende schilderij van Ilja Repin: De Wolgaslepers. Het keiharde leven, niks romantiek.

Maar voor ons is de cirkel rond.

——————————————————————————————————————-

Blog over dezelfde reis, ook met SRC-reizen; klik op de link: https://ajroc.wordpress.com/2016/06/07/to-russia-with-love/

Lees ook: Красная ПлощадьЖ https://wp.me/p36K0e-Wm

Ontmoedigend Overweldigend: https://wp.me/p36K0e-Ih

Neva-Kleurig: https://wp.me/p36K0e-Xb

Trojka: https://wp.me/s36K0e-trojka

De moestuin van Monet

DSC00035

Zaanstad heeft een grote aantrekkingskracht op toeristen en dat is niet zo verwonderlijk. Er is veel leuks te zien, van De Zaanse Schans in het noorden tot het Tsaar Peterhuisje in het zuiden. Met langs die route schitterende pakhuizen, bijzondere fabrieken en pittoreske huisjes. En natuurlijk de Zaan. Meestal let ik er niet zo op, sjees erlangs op de fiets op weg om een boodschap te doen. Soms stel ik me op als toerist en zie dan bijzondere dingen. Laatst keek ik door de ogen van drie kleine toeristjes: de kleinkinderen.

Toen zij in de herfstvakantie bij mij logeerden, belandden we in een gedeelte van Zaandam waar ik niet meer zo vaak kom: de Russische buurt. Hier vind je, aan de Krimp, het Tsaar Peterhuisje dat in een soort van glazen stolp te bezichtigen valt. Omdat het maandag was zat het hek potdicht, jammer genoeg. Ook de buitenkant is al mooi, maar het bekijken van het piepkleine huisje waar die reus van een Tsaar ooit overnachtte leek hen zo leuk, dat het op ons verlanglijstje is gezet. Het bordje met Cyrillisch schrift naast de deur trok vooral de aandacht van de twee jongens: ze konden het ‘gewoon lezen’ en probeerden het woord voor ‘dinsdag’ fonetisch in hun geheugen te prenten.

Van De Krimp liepen we richting Zaan. (Dat wil zeggen: ik liep, zij renden!) Het is een mooi oud buurtje. En hoewel er hier en daar onvermijdelijk nieuwbouw ontstaat, is de sfeer niet verpest en kun je je met gemak voorstellen dat zo’n belangrijke Rus hier heeft rondgelopen.

20141013_161040

Gewend als de kinderen zijn aan het kleine slootje voor mijn deur, vonden ze het uitzicht over de brede Voorzaan fascinerend. De grijsblauwe wolkenlucht boven spiegelend water, huisjes van de Prins Hendrikkade in de verte, de aangemeerde schepen: het leek wel een schilderij.

DSC00030

Wie hier ook van genoot, maar dan bijna anderhalve eeuw geleden was degene die er ook daadwerkelijk een schilderij van maakte: Monet. In 1871 verbleef deze beroemde Franse schilder vier maanden in de Zaanstreek. En in die periode (van 2 juni tot 8 oktober) maakte hij vijfentwintig schilderijen. Hij was enthousiast over “de verrukkelijke boten, de molens en de kleuren van de huizen”.

DSC00033

We vervolgden onze wandeling over de Hogendijk en bewonderden Het Blauwe Huis, dat door Monet vereeuwigd werd. Je kunt de knalblauwe muur onmogelijk missen. Prachtig vonden de kinderen het. Later kwamen we er achter dat dit Monets lievelingsschilderij was: waarschijnlijk omdat dit het enige werk is waarop hij zijn vrouw en zoontje heeft afgebeeld.

DSC00027

En er lag nog een verrassing op ons te wachten. Niet ver daar vandaan ontdekten we, achter met doeken bespannen hekken, de Moestuin van Monet.

DSC00028

Voordat we afdaalden naar deze oase van rust, bekeken we de reusachtig afgedrukte schilderijen en lazen we de recepten. Het sprak enorm tot hun verbeelding; het gaf ze het gevoel dat ze de schilder een beetje leerden kennen.

DSC00045

Daarna liepen we door het poortje de trap af naar het terrein tussen Hogendijk en Krimp. Hier is door buurtbewoners een fantastische tuin gecreëerd: grote bakken met groenten, vruchten, kruiden en bloemen.

DSC00049

Bieten en prei, boerenkool, salie, lavas, tomaten, aardbeien, frambozen. Een klein ‘blauw huisje’ met boeken, die je gratis mee kunt nemen. Een regenwatercontainer met kraan. En interessante weetjes over Monet, die uit de losse hand op de bakken geschilderd zijn. Gezellige zitjes. De Zaanse Dichterskring heeft gezorgd voor bijpassende gedichten, die her en der in de tuin zijn opgehangen.

DSC00050

Als klap op de vuurpijl een heuse datsja, waardoor we weer in Russische sferen werden gebracht.
Even voorbij dit ‘Russische’ buitenhuisje verlieten we de tuin. Voor vandaag genoeg gezien. Na een groet aan Tsaar Peter op zijn sokkel, midden op de Dam en de belofte om nog eens terug te komen, togen we weer naar huis.

Het was een welbestede, gezellige, leerzame middag. En ik dank de jongens en de kleine meid dat ik met ze mee mocht op een ontdekkingstochtje door mijn eigen stad.

Bacchus aan de Zaan

j en f

Je zou denken
Wanneer je de beelden ziet
Dit is Griekenland
– Maar dan zou ik beter kijken
Om met Kees Schippers te spreken –

Integendeel
Op een steenworp afstand
Van de Zaan
Staan ze schoongeboend te blinken
In een tuin
Met gladgeschoren buxushaagjes

In de verste verte
Geen Parthenon te bekennen
Maar pakhuizen
Molens en fabrieken

Met zijn vieren geschaard
Rond de vrolijke jonge god
Gehuld in druivenranken
De kruik aan zijn voeten
Tot de hals toe gevuld
Wijn der vergetelheid

Dionysos
Volgens de oude Grieken
Wanneer ze hem bezongen
Tijdens hun bacchanalen

In kil kerkelijk Nederland
Van twee eeuwen geleden
Werd een denkbeeldig
Vermanend en belerend
Vingertje opgestoken

Morgen middag
Avond en nacht
Niet te veel
Aan Bacchus gedacht

Maar de molenaars
Zakkensjouwers en schippers
Hadden hier geen boodschap aan
Ze ploeterden de godganse dag

Brood op de plank
Was het devies
En een goede sigaar op zondag

Aan god noch gebod
Werd een gedachte gewijd
Wanneer ze na het zware werk
Hun welverdiende borrel
Achterover sloegen

1 WordPress

Zingen op de Zaan

DSC09508

Eind van de middag
Op weg naar huis
De Zaan grijs en rustig stromend
– Weerspiegelende wolken –
Aan mijn linkerhand

Een schip meert af
Een tweede komt langszij

Pok pok pok
De alles vermalende schroef
Brengt een vissige lucht omhoog
Die zich mengt met de geur van diesel

De weidsheid van het landschap
Molens aan de einder
Gebakken uitjes, een pilsje aan dek

De schipper wijdbeens
Pet over de ogen, pijp in de mond
Uit de kajuit klinken vrolijke klanken
Door het water gedempt
De wereld lijkt klein

Die herinnering
Kabbelend water tegen de romp
Verstilde geluiden
De kinderen spelend in het vooronder
Ik kook macaroni met blokjes smac
En geraspte kaas
Komkommer voor de vitaminen

Nevel over het water
De zon gaat langzaam onder
Morgen is er weer een dag

Een foto met een verhaal (4)

img061

Toen mijn broer G en schoonzusje M vorige week op bezoek waren, maakten wij een rondje over de Zaanse Schans. Het was zo’n schoongewaaide dag. De lucht was prachtig, het land wijds. De molens draaiden er lustig op los. Het grijze water van de Zaan spiegelde de rijke Zaanse huizen aan de overkant. De wind was koud. Handen in de zak, kraag omhoog.

De deur van het allereerste winkeltje van Albert Heijn staat wagenwijd open. Hoe vaak je daar ook binnen bent geweest, het spreekt nog steeds tot de verbeelding. De geur van specerijen voert mij terug tot de tijd dat ik bij de grootouders van moeders kant het huis binnen stapte, waar dezelfde kruidige geur hing. En het kost maar weinig moeite ons voor te stellen dat mensen nog stroop kochten in een kan. Suiker in een bruine papieren zak. Dat gort, boekweit, peulvruchten uit een bak werden geschept en afgewogen. Net als de koffiebonen, die je thuis met de hand maalde in de koffiemolen. De nachtlichtjes staan op de toonbank, naast de weegschaal met de gewichten.
Honderd jaar geleden ging het zo. Vanuit onze comfortabele situatie kijken we met lichte weemoed terug naar die tijd.

We vervolgen onze wandeling. M zet er stevig de pas in. De molens voorbij. Een reiger staat onverstoorbaar in het ijskoude water. Het gele riet wuift.

Weer thuis, aan de warme thee, haal ik de foto tevoorschijn, die ik van nicht A kreeg op de reünie in oktober. Het is een leuk tafereeltje: een vrouw poseert met drie jonge kinderen voor een winkeltje: Kruideniers- en Grutterswaren. Het woord Purol geeft aan dat er waarschijnlijk ook wat eenvoudige drogisterijartikelen verkocht worden. Wat had ik daar graag eens naar binnen gegluurd, net als ik vanmiddag deed bij Albert Heijn.

Maar op de foto is genoeg te zien. De jonge vrouw met het witte schort is onze oma van vaders kant, heeft nicht mij verteld. Natuurlijk wisten we wel – het staat in de stamboom vermeld – dat opa ooit een tijdje kruidenier was, maar wij kenden hem als brugwachter. En die drie kinderen als oom en tantes. Later kwamen er nog acht kinderen bij. Aan de plooitjes in de kleding te zien, is er al weer een op komst. Het grootste kind hoort niet bij de familie. Een buurmeisje misschien, of een hulpje. Het kind, bij moeder op de arm, zou later de moeder worden van nicht A.
Het zal 1915 zijn geweest; honderd jaar geleden! Toen was oma vierentwintig jaar oud.
Wij hebben haar altijd alleen maar in zwarte kleding gezien, maar de haardracht is nooit veranderd.

Naast de winkel is het piepkleine huisje. Via het klompenhok kom je binnen. Dat het erf aan het water ligt (de Rijn?) kun je zien aan de stoep, helemaal links op de foto. De emmers zijn geschrobd en staan omgekeerd te drogen. En aan de muur van het buurhuis hangt, gedeeltelijk voor het raam, het rek waarop de vloerkleden worden geklopt. De bomen zijn kaal. Ik heb het gevoel dat het voorjaar in de lucht zit.

De achterkant van deze foto zorgt voor meer verrassingen: er staan lijntjes op gedrukt; het is een ansichtkaart! Iemand heeft erop geschreven: Moeder met Rob, Jans, Ma en Ko Zonneveld. Het lijkt opa’s handschrift. In de linkerbovenhoek staat 3x. En helemaal links, tegen de rand staan de naam en het adres van de fotograaf: Eduard Sanders.

img063

Het is inmiddels avond geworden. Broer en schoonzus zijn vertrokken. De naam van de fotograaf blijft door mijn hoofd spoken. Wanneer ik die heb ingetikt op de computer ontrolt zich een heel leven. Een bijzonder leven. Een afgebroken leven.
Dit keer heeft de foto zelfs meer dan één verhaal.

——————————————————————————————————————

Een foto met een verhaal (1): http://wp.me/p36K0e-2E
Een foto met een verhaal (2): http://wp.me/p36K0e-5a
Een foto met een verhaal (3): http://wp.me/p36K0e-aq

Toekomstmuziek

DSC08681

Zal het ooit echt tot een ontmoeting komen
Al jaren kijken zij
Elkaar in het gezicht
Geen gene voor het naakte rose lijf
Door weer en wind getekend
Maar kaarsrecht, strak en stram

Een luchtig harnas is hen toebedeeld
Al jarenlang zien zij
Elkanders zwakke plek
Zo kwetsbaar in hun naakte waarheid
De zon speelt met hun vormen
Maakt het lichaam zacht en broos

Of is dit wat men noemen kan
Ultiem ontmoeten
Niet opgaan in elkaar
Maar juist de ander zien zoals hij is
Een evenbeeld waarin men slechts
Zichzelf herkent

Maar dan in spiegelbeeld

—————————————–

Beelden: De Ontmoeting, Maree Blok en Bas Lughthart

Naar de Haaien

DSC08384

Mijn ijzeren ziel
In lijdzaamheid bezitten
Het roestrode verweer
Tegen de elementen
Barst uit mijn poriën
Koelbloedig
Als het beeld
Waarnaar men mij vormde
Met het geweld
Met de kracht
Die mij voor altijd
Zijn onthouden
De blikkerige tanden
Als werkloze wapens
Weerloze waardigheid

De oude Griek
Kent mijn kwelling

Mijn oorsprong verloochend
Bloed werd blik
En zee is Zaan geworden

Haai: Ron Moret

Nog een Zaans beeld: Blauw Meisje, http://wp.me/p36K0e-3C

Pinksterdrie

In de Zaanstreek kent men drie Pinksterdagen. Ook de dinsdag is voor veel mensen een vrije dag, hoewel er de laatste jaren steeds meer de klad komt in dit ruim vierhonderd jaar oude gebruik.

De oorsprong ligt in het jaar 1574, tijdens de tachtigjarige oorlog. De Spanjaarden waren in oktober 1573 verslagen bij Alkmaar. Tijdens de februarimaand met strenge vorst, waren veel Spaanse troepen gelegerd in Assendelft. Van hieruit werden Krommenie, Knollendam, en Westzaan bestookt en aangevallen. Wormerveer (heette toen nog ’t Saen) werd binnengevallen en leeggeroofd. Terwijl de troepen weer naar Assendelft trokken, werd in het zuiden van het land een inval voorbereid door Lodewijk, de broer van Willem van Oranje. De Spaanse troepen werden razendsnel uit Noord Holland teruggeroepen. Maar onderweg staken ze nog even de resten van Krommenie en Knollendam in brand evenals Wormerveer, Zaandijk, Koog aan de Zaan en het Zuideinde van Westzaan. De bevolking onderging alles gelaten, waarschijnlijk omdat men dacht dat er nu snel een eind aan de bezetting zou komen. Maar nadat de Oranjes vernietigend waren verslagen op de Mookerhei, keerden de Spanjaarden terug naar Assendelft in het al zo gehavende Noord Holland. Ze waren van plan zich te concentreren op Wormer en Purmerend.

Slag_bij_Mokerheide_-_Battle_of_Mookerheyde_in_1574_(Frans_Hogenberg)

Op eerste Pinksterdag, 30 mei, in de vroege ochtend trokken 3000 Spaanse soldaten naar Wormer. Met roeiboten en pontons staken zij de Zaan over. Dit bleef niet onopgemerkt: boer Haentjes was met zijn meid koeien aan het melken op een weiland bij Wormer. De meid zag plotseling wat glinsteren en de gevolgtrekking was snel gemaakt. Haentjes rende naar het dorp en waarschuwde iedereen. Heel Wormer was op de been, tot de tanden toe bewapend met alles wat tot wapen kon dienen. Gelukkig was er vlakbij een aantal Oranjegezinde legereenheden gestationeerd en bij de Kalverschans lag een kleine vloot van vrijbuiterschepen, die zo snel mogelijk naar Wormerveer voer, waar de Spanjaarden nog steeds bezig waren de Zaan over te steken. Het vuur werd geopend en men voer in op de bootjes waarmee de Spaanse troepen werden overgezet. De Spanjaarden werden in de pan gehakt of ze verdronken tijdens hun vlucht in het waterrijke gebied. De schans werd snel door de Hollanders veroverd.
Van de 1400 Spaanse soldaten bleven er slechts 300 over. Op tweede Pinksterdag werden deze naar Hoorn gestuurd, terwijl de strijd in Purmerend in volle gang was. Aan het eind van de dag bleek dat men ook daar de aanval had weten af te slaan. Pinksteren was voorbij.

vrijbuiters

Op de schansen in de Zaanstreek gingen de vlaggen in top. De overwinning werd uitbundig gevierd, waarbij de wijn rijkelijk vloeide. Pinksteren werd met één dag verlengd. En zo is het nu nog steeds.

Over Bruggen

De Zaan is een druk bevaren rivier. Als je in de Zaanstreek woont, moet je dus nogal eens wachten voor een brug die open staat. Als je lopend bent, of met de fiets is dat niet zo erg; er is genoeg te zien op en bij het water. En het geeft gedwongen rust. Automobilisten worden vaker ongeduldig, zij zien minder.

In de loop van de jaren is een aantal bruggen vernieuwd. Dat was soms lastig, maar vaak ook leuk. Er werd een pontje ingezet en daarmee kon je gratis overvaren. Vanaf de pont kon je goed zien hoe de bouw van de nieuwe brug vorderde.

DSC06492

Laatst liep ik naar huis na een wandeling over De Zaanse Schans. De slagbomen gingen dicht, de brug ging omhoog. Terwijl we wachtten voor het slepertje, Annie uit Urk, drong het tot me door dat er aan het openen en sluiten van de enorme brug geen mensenhand meer te pas komt. Ook de slagbomen werken automatisch. Een vreemde gewaarwording. Nog maar een paar jaar geleden zat er op de oude brug een brugwachter in het huisje. Het verkeer had toen soms te maken met de stemmingen van deze man. Een goede bui? Dan mocht je snel nog even doorrijden. Maar het kon ook gebeuren dat je bijna een slagboom op je hoofd kreeg.

Mijn opa was brugwachter. Met de hand bediende hij de brug over de Rijn bij Koudekerk. Als wij, kleinkinderen, op bezoek waren, mochten we hem tussen de middag een pannetje eten brengen. Of je mocht de slagbomen omlaag doen. Of het klompje laten zakken, waarin de schipper een dubbeltje deed. De jongens mochten aan het grote stuurwiel draaien, waarmee de brug omhoog ging. Onder het bruggenhuisje was een ruimte waarin mijn vader en zijn broers ondergedoken zaten in de oorlog. Spannende verhalen hebben wij daarover gehoord. Het sprak enorm tot onze verbeelding.

DSC00806

Ik ben een paar jaar geleden nog eens gaan kijken bij de oude brug in Koudekerk aan de Rijn. Er was veel veranderd. De brugwachter liet me zien dat het grote wiel was vervangen door een enorm knoppenpaneel. De slagbomen werkten automatisch. De onderduikruimte werd voor opslag gebruikt en er was nu een toilet. Opstomen in de vaart der volkeren, noem je zoiets. Mij stemt het weemoedig.