
Zij aan zij, als vanouds
De blik op de smalle sloot
Waar de vis moet zitten
Geduld wordt beloond
Woordeloos genoegen
De rust van het groen
De geur van het water
De roep van de grutto
De zekerheid van vette wormen
In het oude blikje
De emmer die klaarstaat
Alles als vanouds
Terwijl de dobber
De volle aandacht vraagt
Kun je in veiligheid
Je gedachten laten vieren
Straks, tegen het middaguur
Bakken zij twee visjes
Precies zoals oma
Dat vorig jaar nog deed
Vooruit, haal op jongen
Je hebt beet!