Een pond veren…

DSC09131

In zoveel gedaantes
Toont hij zich, de reiger
In het voorjaar
Met hongerige moed
Stoer stappend langs
De rijkgevulde slootjes
In de polder
Geduld, geduld
En dan snel en slikken
Een vis als adamsappel

Op zomerdagen
De vleugels uitgespreid
Een briesje onder de oksels
Soezend in zonnige weilanden
Maar altijd de blik op scherp
De krachtige snavel gereed

De herfst boetseert hem
Tot een gebogen oud mannetje
Geleund tegen de wind
Opgetrokken schouders
Slordige fladderveren op de borst
Het kuifje verwaaid

Een schreeuw
En dat is echt klapwieken
Wat zijn sterke vleugels doen
Pijlsnel en hoog
De ranke poten gestrekt
Voorzichtig neerstrijkend weer
Of hij op eieren landt

En nu dan winter
Een grijze dag
Langs het grijze asfalt
Een hoopje grijze veren
Een pond misschien
Maar vliegen is er niet meer bij

De vogel is gevlogen

——————————————————————————————————————–

Bert Schierbeek schreef ooit het gedicht:
een pond veren
vliegt niet als
er geen vogel in zit

Hoe waar dat is, heb ik vanmiddag ervaren toen ik de reiger vond. Hij zag er weerloos uit; de snavel verborgen. Geknakt en gebroken (in tegenstelling tot de kaardenbol….)
Ik houd van reigers. Hij rust nu onder een stenen vis in mijn tuin.

DSC09135

26 gedachten over “Een pond veren…

  1. Och gut… wat zielig. Ik hou ook van reigers. Het is echt zo’n bijna prehistorische vogel – hier om de hoek staat er altijd eentje die stok- en stokoud is volgens mij. Als hij de lucht ingaat en dan ook nog eens een soort vreemd geluid maakt is dat echt indrukwekkend.
    Hoe heb je dat gedaan, heb je de dode reiger mee naar je huis genomen?

    • Ja, even verderop was een winkel van AH (ik woon tenslotte in de Zaanstreek 😉 ), daar een plastic tas gekocht (meestal heb ik er wel een in mijn fietstas, nu dus niet), zo’n beetje rond de vogel gedrapeerd, zodat ik hem niet hoefde aan te raken, en mee naar huis. Een treurig gevoel, een dood gewicht.

  2. Ik vind het een heel mooi gedicht, heb van de zomer heel veel reigers gefotografeerd en vind ze ook mooi en boeiend. Heb er een liefde/haat verhouding mee omdat ze ook regelmatig in de winter mijn vijver leeggevist hebben. Vandaar dat ik eigenlijk ook wel in de lach schoot dat je hem onder een vis begraven hebt. Dacht zo die vis heeft nou eens een keer van een reiger gewonnen 😉

      • Dat begrijp ik ook hoor. Zou ze geen kwaad doen maar jaag ze wel weg. Ik zeg altijd de reigers willen ook wel eens ergens anders uit eten en dan iets bijzonders zoals goudvissen of koi’s . Heb nu een net er op tot de zomer dan hebben ze voldoende eten in de polder.

  3. Leuk.
    Als je van reigers houd adviseer ik een bezoek aan Amsterdam. In de buurt van de westertoren lopen ze met tientallen over het trottoir. Pas wel op: Het is verboden ze te voeren.

    • Dag Vrederat, welkom. Bedankt voor de tip, maar zóveel houd ik nou ook weer niet van reigers. Overdaad is nooit goed. Bovendien zie ik ze vaak al vanuit mijn huis. 🙂

  4. Mooi gedicht over de reiger. Vroeger toen ik nog viste zat er altijd een naast me. Die kreeg de vis die ik ving. Later ben ik met vissen gestopt toen ik eens een zenuwbehandeling bij de tandarts kreeg. Ik besefte dat ik de vis onnodig leed had toegebracht

    • Ach, wat meevoelend, EJW! Een kennis gaf me ooit een (zelfgemaakte) foto van een bankje met daarop een knikkebollende man en een reiger, gebroederlijk naast elkaar. Ik ga eens zoeken of ik die nog heb.

  5. Altijd akelig om zo’n statig dier dood te zien liggen. Overigens valt het me op dat het maar weinig voorkomt dat we dode dieren zien. De meeste worden kennelijk snel door de natuur opgeruimd.

    • Ja, Plato, zeker een treurig gezicht. En inderdaad, vroeger zag je meer dode dieren dan nu, lijkt me. Misschien worden ze ook wel door de dierenambulance opgehaald.

  6. Mooi gedaan, Corline.

    Ik had een vreselijke hekel aan reigers. In Leeuwarden woonde ik onder de aan- en afvliegroute van een reigerkolonie (plm. 50 stuks) in de toppen van de beuken van een begraafplaats, die elke dag dat ze overvlogen mijn auto letterlijk onderscheten.
    In een strenge winter stonden er wel zo’n tien reigers hongerig op het ijs, vastgevroren. Het lukte
    niet zo goed om ze los te hakken, er zijn acht doodgegaan.
    Vanaf die tijd parkeerde ik ’s zomers mijn auto een eindje verderop, onderaan een flat. Had ik veel eerder moeten doen 🙂

    • Dank je, Letterzetter.
      Ja, dat kan natuurlijk ook, verplaatsen; je moet er maar opkomen. Een auto onder de uitbijtende flatsen is helemaal niet fijn, maar je kijkt weer anders tegen ze aan wanneer deze dieren zinloos doodgaan. Rare wereld. Wie zei dat ook weer: De dingen op zich zijn niet slecht, maar de manier waarop je erover denkt. Vul voor ‘slecht’ ‘goed’ in, en je kunt daarover ook weer een hele tijd filosoferen….. 😉

Plaats een reactie