Jeugd-herberg-sentiment

img191

Tijdens de werkweek hadden we ze gezien, jongens en meisjes die op trektocht waren met de fiets. En dan kwamen overnachten in de jeugdherberg. Jeugdherberg Eikelkamp in Elst.

Wij waren ook met de fiets, twee groepen derdeklassers, onder leiding van de leraar wiskunde, die de werkweek had georganiseerd. Meer dan honderd kilometer hadden we erop zitten, toen we aankwamen in de Eikelkamp. Elke dag begon om zeven uur met ochtendgymnastiek op het grasveld. Na het ontbijt en het corvee zaten we te blokken op een flink pakket werk, dat de leraren van de HBS in Oud Beijerland ons in de maag hadden gesplitst. Woordjes van Frans, Duits en Engels. Wiskunde, geschiedenis en aardrijkskunde. Een opstel voor Nederlands. ’s Middags was er een excursie. ’s Avonds waren we meestal vrij om een beetje rond te hangen en de buurt te verkennen. En elkaar, natuurlijk. Een keer was er een hockeywedstrijd tegen een plaatselijke school. Om tien uur was er volksdansen onder leiding van de ‘vader’ en ‘moeder’ van de jeugdherberg. Of een kampvuur waar flink werd gezongen bij het gitaarspel van ‘vader’ Holierook. Kortom, we werden vermaakt, en vermaakten onszelf. En, niet onbelangrijk, we snoven aan de vrijheid.

Mijn vriendin en ik hadden de smaak te pakken; dit wilden we nog wel een keer, maar dan rondtrekken, met de fiets en in verschillende jeugdherbergen overnachten. Nichtje van vriendin wilde ook graag mee met haar vriendin. Met zijn vieren moest het toch te doen zijn.
Gelukkig wisten we alle ouders zover te krijgen dat ze (schoorvoetend, denk ik nu) toestemming gaven. We waren zestien en lang niet zo wereldwijs als de zestienjarigen nu.

Uiteindelijk was alles geregeld: lidmaatschap van de NJHC, een jeugdherbergkaart met pasfoto, een slaapzak, een lakenzak (door mijn moeder zelf gemaakt) een tas met kleding. En spullen voor onderweg, want voor de lunch wilden we natuurlijk zelf zorgen. De jeugdherbergen waren aangeschreven, men wist van onze komst; de ouders wisten precies waar we uithingen. De fietsen werden nagekeken en eindelijk werden wij uitgezwaaid: tot over een week!

img190Onlangs was ik weer eens in Bunnik, waar ik in de buurt van de jeugdherberg een afspraak had. Stayokay heet het nu. Afschuwelijk. (Waarom moet alles in het Engels, tegenwoordig?) Jeugdherberg is natuurlijk niet hip genoeg en zal de lading wel niet helemaal meer dekken nu iedereen welkom is, tot gezinnen aan toe.

Die goede oude tijd. Hoewel ik ergens anders werd verwacht, liep ik toch even naar binnen, in de voormalige jeugdherberg Rhijnauwen. Een van de plaatsen waar wij ruim zestig jaar geleden een paar stapelbedden in een slaapzaal hadden gereserveerd. Ik herkende het heel goed. Het gebouw was nog vrijwel geheel in de oude staat. De geur was niet veranderd. De bedrijvigheid was hetzelfde. Er waren nog steeds jongeren met een gitaar.
Het geroezemoes, het gehang, het geregel, de inschrijving, de vakantiestemming; het was allemaal net zoals ik het toen meemaakte. Het voelde precies hetzelfde. Even werd ik terug gekatapulteerd, naar een moment van lang geleden. Even voelde ik me weer zestien.

Sweet sixteen. En vooral sweet memories.

img189