Struikelen over het Verleden

DSC03815

In Berlijn had ik ze al gezien: Stolpersteine. Koperen plaatjes bevestigd in de straat, voor de huizen waar gedeporteerde Joden hadden gewoond. Elke ‘vondst’ brengt een soort van shockeffect teweeg. Adem stokt in de keel. Je bukt, kijkt, leest. Kijkt naar de woning. En je denkt. Een heel niet geleefd leven doemt voor je ogen op. Wij staan hier, kunnen dit lezen en we weten dat na de genoemde fatale datum voor degenen achter de namen, niets meer kwam.

Het is een mooi initiatief en ontwerp van de na de oorlog geboren kunstenaar Gunter Demnig. Als eerbetoon. Stolpern, struikelen, met je neus op de feiten. Confronterend.
Waarom niet ook in Nederland, vroeg ik mij toen al af.

En ziedaar, deze week, in Gouda, struikelde ik als het ware over de Stolpersteine. Verbaasd en verheugd, voor zover je dat woord in dit verband kunt gebruiken. Zo goed dat er ook hier op deze wijze aandacht aan het verleden wordt geschonken. Gebukt en gelezen. Gedachten de vrije loop. Gezinnen uit elkaar gerukt. Vermoord, staat er letterlijk.

DSC08316

Het plaatsen van deze gedenkplaatjes vereiste wel enige aanpassing in het plaveisel. In Duitsland ontworpen, hebben ze de grootte van een daar gebruikelijk stoepkeitje. In Nederland moet er eerst een stoeptegel vervangen worden door een aantal keitjes, voor het plaatje kan worden bevestigd. Dat heeft men er allemaal voor over.

Ons bezoek aan Gouda begon zonnig en vrolijk. Koffie met een gouwenaartje. Een rondvaart met een trekschuit door de oude, vroeger zo rijke stad. Toerist in eigen land. Maar nadat de ‘Jan Salie’ was afgemeerd en wij weer richting station liepen, werden wij geconfronteerd met ons collectief verleden.

Het meest was ik onder de indruk van dat ene steentje, eenzaam in het plaveisel. Eenzaam geleefd, eenzaam gestorven. Nu door ons gezien.

DSC08317

Nooit, nooit mogen wij vergeten.

Dit verhaal is geschreven in het kader van WE-300/schakelen.
WE-300 is een schrijf-’uitdaging’ van Plato (http://platoonline.wordpress.com).
Schrijf een verhaal van 300 woorden waarin een door Plato bedacht woord niet mag voorkomen, maar het moet wel de basis zijn van het verhaal. In dit geval was het verboden woord: schakelen.